Blair benadrukte ook dat hij en Kadaffi het eens waren over het gevaar van het terreurnetwerk al–Qaeda, extremisme en terrorisme. Dat bedreigt volgens Blair „niet alleen de westerse, maar ook de Arabische wereld".

De ontmoeting tussen Blair en de Kadaffi bezegelde donderdag de terugkeer van de Libische kolonel in het internationale diplomatieke circuit. Blair en Kadaffi spraken circa anderhalf uur met elkaar in een bedoeïnentent bij de hoofdstad Tripoli en nuttigden samen een traditionele Libische maaltijd van viscouscous.

De relatie tussen Libië en het westen verbeterde dramatisch nadat het noord–Afrikaanse land zich afgelopen december bereid had verklaard openheid van zaken te geven over haar programma voor de productie van massavernietigingswapens. Ook Tripoli ging akkoord met inspecties van het Internationaal Atoomagentschap IAEA.

Blair liet verder weten dat hij de „pijn als gevolg van vroegere daden" van Libië niet wil vergeten, maar dat het tijd was geworden om „verder te gaan". „De wereld verandert en wij moeten met de veranderingen meegaan", aldus de Britse premier. Hij zei dat als Libië zich ontwikkelt tot een stabiele partner van het westen in het Midden–Oosten, dit winst betekent voor de hele wereld.

De dooi in de verhoudingen van Libië en Groot–Brittannië zette ook in nadat Libië de verdachten van de bomaanslag boven het Schotse Lockerbie had uitgeleverd en vorig jaar een compensatieregeling trof met de nabestaanden. Bij de aanslag op het vliegtuig van de Amerikaanse maatschappij PanAm vielen in 1988 270 doden.

Eerder lieten Britse functionarissen weten dat Blair en Kadaffi het op veel punten met elkaar eens waren, maar dat zij niet pretendeerden over alles dezelfde mening te hebben.