Experts: Onderzoek regulering euthanasie bij 12-minners
DEN HAAG. Het is zaak na te gaan of euthanasie bij minderjarige kinderen tussen de 1 en de 12 jaar in Nederland kan worden gereguleerd.
Artsen en juristen hebben dat vrijdag bepleit tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. Diverse artsenorganisaties moeten daartoe volgens hen de handen ineenslaan en gezamenlijk met een professionele richtlijn komen. Daarin moet staan onder welke voorwaarden het inwilligen van verzoeken van minderjarigen door artsen zorgvuldig te noemen is.
België verruimde vorig jaar zijn euthanasiewet om euthanasie bij 12-minners mogelijk te maken. De overkoepelende artsenorganisatie KNMG en de Nederlandse Vereniging voor Kinderartsen (NVK) lieten vorig jaar weten het daarvoor nog te vroeg te vinden. Eerst moest volgens beide duidelijker worden welke knelpunten artsen precies ervaren in de palliatieve zorg aan terminale minderjarigen met een ernstige ziekte. De KNMG merkte daarbij op dat artsen in het uiterste geval nu al kunnen besluiten euthanasieverzoeken van 12-minners in te willigen, namelijk door zich te beroepen op overmacht. Een arts die in een strafrechtprocedure kan aantonen uit noodweer te hebben gehandeld, gaat in de regel namelijk vrijuit. Maar volgens de NVK biedt het zogenaamde noodweerexces artsen onvoldoende rechtszekerheid, terwijl dit wel wenselijk is.
Euthanasie bij 12-minners kan echter ook worden geregeld zonder de euthanasiewet te verruimen, aldus kinderartsen en juristen vrijdag. Op basis van een professionele richtlijn kan namelijk een ministeriële regeling worden opgetuigd, die eveneens rechtszekerheid biedt.
De gezondheidsjuristen Gevers en Legemaate gaven de Tweede Kamer vrijdag nadrukkelijk in overweging die richting in te slaan. De kinderartsen Verhagen en De Vries, oud-kinderarts Kollée en arts Niezen-de Boer, verbonden aan de artsenvereniging voor verstandelijk gehandicapten, sloten zich daarbij aan.
Ze verwezen daarbij naar de procedure die tien jaar geleden in Nederland is gevolgd rond het regelen van actieve levensbeëindiging bij pasgeborenen met een ernstige handicap. Kinderartsen uit Groningen stelden daarvoor eerst een richtlijn op, het zogeheten Groninger protocol. Het kabinet-Balkenende IV werkte dit protocol later uit tot een ministeriële regeling. „Laten we onderzoeken of de zorgvuldigheidseisen van de ministeriële regeling ”Levensbeëindiging bij pasgeborenen” ook bij wilsonbekwame kinderen die ernstig en uitzichtloos lijden van toepassing kunnen zijn”, aldus Niezen-de Boer.
De voorstanders van een nieuwe regeling tekenden wel aan dat investeringen in de palliatieve zorg voor kinderen noodzakelijk blijven. Ze vertrouwen erop dat euthanasie bij 12-minners slechts in een uiterst, zeldzaam geval noodzakelijk zal zijn.