Olieprijs zal dit jaar nog stijgen
De prijs van olie gaat later dit jaar weer omhoog, voorspelt dr. Cyril Widdershoven. Het negativisme van olieanalisten is volgens hem onterecht.
De media staan vol met negatieve visies over de olieprijs en de toenemende productie wereldwijd. De rol van Iran als nieuwe olieproducent en de kracht van alternatieven worden echter overschat. Schrikbarend lage investeringen, grootschalig stilleggen van nieuwe projecten en toenemende vraag resulteren eind dit jaar in hogere prijzen.
Het negativisme van olieanalisten is schrikbarend te noemen. Kranten staan vol met analyses waarin de verwachting wordt uitgesproken dat de prijs van een vat olie weleens kan zakken tot 20 dollar per vat. Op korte termijn is dit mogelijk, gestimuleerd door grootschalige overcapaciteit en speculatie op de financiële markten.
De laatste, onder leiding van Amerikaanse hedgefondsen en banken zoals Goldman Sachs hebben een zogenaamde ”short-position” ingenomen. Daarbij wordt er gegokt op lagere olieprijzen. De grote druk die er dan kan ontstaan op de olieprijs is een van de oorzaken van de prijsverlaging van de laatste weken.
Overcapaciteit en zorgen om de Chinese economie worden ook nog als redenen genoemd. De zorgen om China zijn reëel, maar worden echter al maandenlang door de meerderheid van de financiële markten ingecalculeerd.
De meeste aandacht gaat op dit moment uit naar de gevolgen van het opheffen van de sancties tegen Iran, een van belangrijkste leden van het oliekartel OPEC. Velen verwachten dat er nu een tsunami van nieuwe olie op de markt zal komen. Berichten variëren, maar velen verwachten de komende maanden tussen de 500.000 en de 1 miljoen vaten per dag extra op de markt. Waarop deze aannames zijn gebaseerd, wordt echter niet duidelijk. Iran is in staat om op korte termijn rond de 500.000 vaten per dag op de markt te brengen dankzij zijn op schepen gelagerde voorraad (30 miljoen vaten). Dit zal echter van korte duur zijn. Een verhoging van Irans normale productieniveau is minimaal, hooguit rond de 450.000 tot de 480.000 vaten per dag. Hogere volumes zijn niet te verwachten, zeker niet zonder nieuwe investeringen. Het laatste zal pas kunnen worden gerealiseerd na langdurige onderhandelingen, nieuwe fiscale regels en politiek-economische veranderingen in het land.
Genoemde redenen worden door velen als fundament gezien voor langdurig lage prijzen op de markt. Indien men echter de onderliggende fundamenten bekijkt, is er echter eerder een prijsstijging te verwachten. De huidige lage olieprijs veroorzaakt wereldwijd veel problemen. De meeste niet-OPEC-producenten, zoals de VS, Canada, Noorwegen en Brazilië, hebben veel nieuwe projecten in de ijskast moeten zetten. Op hetzelfde moment hebben veel bedrijven te maken met financiële tekorten of torenhoge schuldenlasten. Deze moeten op korte termijn worden terugbetaald. Er zijn dan ook veel faillissementen te verwachten.
Op hetzelfde moment is er al een teruggang in de olieproductie in deze regio’s aan te tonen. De markt verwacht een afname in productie van de VS van meer dan 1 miljoen vaten per dag. Andere niet-OPEC-landen, zoals Rusland, hebben met hetzelfde scenario te maken. Het Russische Transneft verwacht dit jaar 6 procent minder olie te exporteren. Niet alleen niet-OPEC-, maar ook OPEC-leiders zoals Saudi-Arabië, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten zitten met de brokken. Lagere olieprijzen veroorzaken daar grootschalige overheidstekorten, terwijl een royale begroting in een regio vol instabiliteit van cruciaal belang is. De verwachting is verder dat andere OPEC-landen, zoals Nigeria, Algerije en Indonesië, grootschalig de productie moeten stilleggen.
Rekening houdend met het feit dat investeringen wereldwijd zijn afgenomen, in 2015 zelfs met 22 procent, loopt de sector de komende jaren groot gevaar om te worden geconfronteerd met tekorten qua productie. De laatste week is de lijst met afgezegde olie- en gasprojecten opnieuw gegroeid. Shell gaf bijvoorbeeld zaterdag aan dat het uit een groot gasproject in Abu Dhabi stapt. Grootschalige investeringen zijn echter niet alleen noodzakelijk om nieuwe reserves te vinden, maar ook om de huidige productie op peil te kunnen houden. Indien er niet in een veld wordt geïnvesteerd, kan de productie met 6 tot 12 procent per jaar afnemen. Een deel van deze afname zal dit jaar duidelijk moeten worden ingecalculeerd.
De komende jaren (2015-2040) is er voor meer dan 10 triljoen dollar nodig in de olie- en gassector, waarvan 7,2 triljoen in de upstream (productie). In 2014-2015 is er echter al voor 380 miljard dollar aan projecten stilgelegd, wat op de korte termijn (2020) meer dan 7 miljoen vaten per dag aan nieuwe (noodzakelijke) productie uit de markt haalt. De vraag naar olie neemt echter nog steeds toe.
Overproductie in de markt is aan het afnemen. Die bedroeg in 2014 2,9 miljoen vaten per dag en zal dit jaar op 900.000 liggen. De toename van de vraag, in combinatie met afname van wereldwijde productie (VS, Rusland, Nigeria, Algerije, Noorwegen), zal dan vraag en aanbod naar elkaar toe brengen. Een nieuwe prijsstijging ligt dan ook voor de hand in de tweede helft van dit jaar.
Een mogelijke nieuwe destabilisatie van de markt (crisis Midden-Oosten, opleving economie China) kan zelfs leiden tot een prijsschok. Gebaseerd op de huidige omstandigheden is een prijs van 45 tot 60 dollar per vat eind dit jaar zeker mogelijk. Het sterke negativisme op de markt zal dan snel omslaan in een hernieuwd positivisme. Lage olieprijzen zijn kortom geen vaststaand gegeven voor de toekomst. Tekorten zullen optreden, dat is de enige zekerheid.
Dr. Cyril Widdershoven is Midden-Oostendeskundige en olie- en gasanalist. Hij is werkzaam voor overheden en bedrijven in het Midden-Oosten en Afrika.