Voor kinderen van twee tot vier jaar moet er opvang komen van zestien uur per week, ongeacht of de ouders werken. Ouders die er gebruik van maken, betalen een inkomensafhankelijke bijdrage. De uitbreiding zou het Rijk 176 miljoen tot 231 miljoen euro kosten.

Verder vindt de SER dat er voor kinderen met een achterstand extra stimuleringsprogramma’s moeten komen. Ook dat zou voor zestien uur per week gelden. Dit programma zou 169 miljoen euro kosten.

Met de uitbreiding komt er een eind aan de versnippering van het aanbod aan kinderopvang en ontstaat een betere aansluiting op de basisschool, redeneert de SER. Bovendien kunnen zo meer vrouwen aan het werk.

De reacties op het advies zijn positief. Oppositiepartij D66 en regeringspartij PvdA zijn voorstander van de uitbreiding van de kinderopvang. Ook de PO-Raad, de brancheorganisatie voor het basisonderwijs, steunt het plan.

Minister Asscher laat weten dat hij het advies gaat bestuderen en nog voor de zomer met een reactie zal komen. „Ik deel de analyse dat het belangrijk is te investeren in jonge kinderen en dat alle kinderen zich vanaf de start samen kunnen ontwikkelen.”