Biografie: J. P. M. van der Ploeg, traditioneel rooms-katholiek met grote kennis van het Oude Testament
Zijn grootse misser noemde hij zelf dat hij al in 1947, voordat de vondsten bij Qumran wereldberoemd werden, de Dode Zeerollen onder ogen kreeg maar de waarde er nog niet van inzag. In de media werd oudtestamenticus Jan van der Ploeg om heel andere redenen als ‘fout’ betiteld: hij werd beschuldigd van antisemitisme, omdat hij in 1940 negatief schreef over Joden in het boek ”Het Joodsche Vraagstuk. Een maatschappelijk probleem”.
Johannes Petrus Maria (Jan) van der Ploeg werd geboren in Nijmegen, op 4 juli 1909. Hij groeide op in een rooms-katholiek middenklassegezin van zeven kinderen. Zijn vader was hoofdonderwijzer. Jan van der Ploeg was een vlugge leerling: al op 11-jarige leeftijd ging hij naar de hbs in Maastricht. Ook volgde hij privélessen in Latijn en Grieks.
Op 17-jarige leeftijd deed Van der Ploeg zijn intrede in het klooster, bij de paters dominicanen in Huissen. Hij studeerde theologie, Hebreeuws en Oud-Syrisch. Van der Ploeg rondde zijn studie af in het Franse dominicanenklooster Le Saulchoir. Op 6 juli 1932 werd Van der Ploeg tot priester gewijd. Daarna werd hij naar Rome gestuurd voor een promotiestudie. Van der Ploeg verdiepte zich in de poëzie over de Knecht des Heeren in het Bijbelboek Jesaja. In 1934 promoveerde hij daarop. Terug in Nederland werd Van der Ploeg docent Hebreeuws en Oude Testament aan het kleinseminarie bij het dominicaner klooster in Zwolle. In 1937 behaalde hij het licentiaat in de Bijbelwetenschappen van de Pauselijke Bijbelcommissie te Rome in 1937 en werd hij docent aan het dominicaner college Albertinum te Nijmegen.
Na de Tweede Wereldoorlog promoveerde Van der Ploeg voor de tweede keer in de theologie. In 1946 schreef hij een proefschrift over de sociografie van Israël en Judea in de tijd van de koningen. Een jaar later kreeg Van der Ploeg de kans om in Jeruzalem colleges Arabisch en Bijbelse archeologie te volgen. Tijdens een ontmoeting met de Syrische bisschop Athanasius Yeshu Samuel kreeg hij delen te zien van de toen net ontdekte Dode Zeerollen. Op dat moment onderkende Van der Ploeg nog niet de waarde van deze geschriften, die veel oudere manuscripten van Bijbelboeken dan de destijds bekende bleken te bevatten. Desalniettemin verdiepte Van der Ploeg zich later uitgebreid in de Qumranrollen. Onder meer in ”Vondsten in de woestijn van Juda” (1958) schreef hij er over.
Van der Ploeg werd in 1951 benoemd tot hoogleraar Oude Testament aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. In de loop der jaren ontpopte hij zich als voorvechter van het traditionele rooms-katholicisme. Hij verzette zich tegen de nieuwe theologische inzichten van zijn collega Edward Schillebeeckx.
Bij zijn afscheid als hoogleraar in 1979 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Een jaar later bracht Vrij Nederland in herinnering hoe Van der Ploeg zich in 1940 negatief had uitgelaten over Joden. Het leidde ertoe dat alom afkeuring volgde op het besluit om Van der Ploeg te decoreren. Van der Ploeg zelf zei niet meer dezelfde opvattingen te hebben, maar maakte geen excuses.
Jan van der Ploeg overleed op 4 augustus 2004 op 95-jarige leeftijd.
In deze rubriek wekelijks een biografie van een bekende of minder bekende theoloog.
Zie ook:
Oudtestamenticus Prof. Van der Ploeg overleden (Reformatorisch Dagblad, 05-08-2004)
Oud-testamenticus prof. v.d. Ploeg bij emeritaat onderscheiden (Reformatorisch Dagblad, 06-10-1979)
Oud-testamenticus prof. mag. J. P. M. van der Ploeg met emeritaat (Reformatorisch Dagblad, 12-06-1979)