„Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.”

U die vernieuwd van hart bent, denk eraan dat u een nieuwe Heere dient. Voorheen waren de satan, de wereld en uw zonden uw heer. Nu is Jezus uw wettige Heere. Hem alleen moet u zoeken, om Hem te behagen. U hebt de weg des levens gekozen, wat is er anders nodig dan daarop te wandelen en verder te gaan? U hebt een nieuwe erfenis ontvangen, wat past u dan meer dan om waardig te leven als erfgenamen der heiligen in het licht? U hebt een nieuwe naam ontvangen die de mond des Heeren uitdrukkelijk genoemd heeft (Jesaja 62:2), wat past u dan beter dan zo’n naam met de daad te tonen? U hebt in al uw daden een nieuw doel op het oog, wat is er dan beter dan dat doel steeds te bereiken? Heeft onze oude mens het voorgaande jaar ons nog aangekleefd en zeer gekweld? Laten we die in het nieuwe jaar afleggen. Het oude moet toch voorbijgaan. Alles moet in ons nieuw worden om in het nieuwe Jeruzalem binnen te komen. Die rein is, moet nog gereinigd worden (Openbaring 22:11). Zijn wij in Christus, dan moeten wij vervuld worden met vruchten der gerechtigheid, opdat wij tot de beminde van onze ziel kunnen zeggen: Aan onze deuren zijn allerlei edele vruchten, oude en nieuwe. O mijn Liefste, die heb ik voor U weggelegd (Hooglied 7:13).

Dionysius Bouwman, ziekenbezoeker te IJsselstein (”De werkzaamheden van 
Gods gunstgenoten”, 1728)