Consument merkt nog niets van herstel
De economie herstelt langzaam, zo constateren deskundigen. Het cijfer over het consumentenvertrouwen viel deze week echter uit de toon. De gemiddelde burger is blijkbaar nog niet zo zeker van een verbetering. Wanneer merkt Jan Modaal iets van het einde van de recessie?
De afgelopen dagen overspoelden economische cijfers de financiële markten. De Nederlandsche Bank (DNB) beet vorige week het spits af. De centrale bankiers constateren dat de economie in het vierde kwartaal van vorig jaar een plus van 0,3 procent noteerde, na drie maanden van krimp. Ook over de toekomst is DNB positief. „Nederland zal door de open economie profiteren van het wereldwijd ingezette herstel.”
Het Centraal Planbureau verwacht eveneens een bescheiden groei van de economie: 1,25 procent dit jaar en 1,5 procent volgend jaar. De Haagse denktank plaatst wel een aantal kanttekeningen. Zo kan Nederland andere EU-landen maar moeilijk volgen. De uitbundige groei in de jaren negentig legde de kiem voor een aantal structurele problemen als te hoge loonkosten en te weinig betaalde pensioenpremie. Deze extra lasten remmen nu een vlot herstel af.
Hoewel de deskundigen nog niet uitbundig zijn, het einde van de recessie lijkt wel in zicht. De gemiddelde burger is daar echter nog niet echt van overtuigd. Dinsdag maakte het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend dat het consumentenvertrouwen in maart is gedaald na een maandenlange stijging. Het cijfer geeft een indicatie van de bereidheid van consumenten om aankopen te doen. Een positieve klant koopt nu eenmaal gemakkelijker dan een sombere.
De vraag dringt zich op wanneer de gemiddelde burger iets merkt van het herstel. Martin van Oijen van de Stafgroep Economisch Onderzoek van de Rabobank nuanceert allereerst de daling van het vertrouwenscijfer. „In februari viel de indicator op door een enorme stijging. Deze maand zien wij als een soort correctie. Wij verwachten geen verdere daling. Vergeet niet dat we ons nog steeds op een hoger niveau bevinden dan midden vorig jaar.”
Van Oijen geeft een aantal redenen waarom consumenten weinig merken van economisch herstel. „De groei komt uit het buitenland. De export trekt daardoor aan. Voordat de consument hiervan een positieve impuls ondervindt, zijn we een aantal maanden verder. Zelf denk ik aan de tweede helft van dit jaar of het begin van volgend jaar. Dan zal ook de werkgelegenheid iets verbeteren. Dat geeft consumenten een beter gevoel.”
Ondanks dit optimisme onderkent de Rabo-analist een aantal risicofactoren. „Allereerst zijn we afhankelijk van het herstel van de wereldeconomie. Verder kunnen extra bezuinigingen van het kabinet het vertrouwen schaden. Wij vinden het beter om deze maatregelen in 2006 of 2007 uit te voeren. Dan staat de economie er naar onze verwachting een stuk beter voor.”
De huizenmarkt zal geen roet in het eten gooien, denkt Van Oijen. „Wij verwachten een prijsstijging van 0 tot 2 procent voor dit jaar. Een ineenstorting van deze markt is niet waarschijnlijk door een groot tekort aan nieuwbouwhuizen. Dat legt een flinke bodem onder de markt.”
Cees Rijsdijk van SNS Securities splitst het dalende vertrouwenscijfer in tweeën. „Enerzijds blijft de consument positief over de economie in het algemeen. Aan de andere kant houden klanten de hand op de knip door hogere ziektekosten en pensioenpremies, een lagere baanzekerheid en nieuwe bezuinigingen.”
Evenals Van Oijen verwacht Rijsdijk dat de gemiddelde consument pas over een aantal maanden profiteert van het ingezette herstel. Een normaal verschijnsel, aldus de analist. „Bij een herstel trekt allereerst de export aan. Door de hogere afzet van producten in het buitenland gaan bedrijven meer investeren. Investeringen leiden tot een hogere productie, waarvoor meer mensen nodig zijn. De baanzekerheid verhoogt het vertrouwen. Gecombineerd met extra inkomsten zullen de bestedingen zeker toenemen.”
Terreuraanslagen hebben direct hun weerslag op het vertrouwen. Rijsdijk: „In Italië zijn mensen voor en na de aanslag in Madrid ondervraagd. Consumenten bleken na de aanslag een stuk somberder. Na verloop van tijd ebben deze emoties weer weg. Tot de volgende aanslag.”