Binnenland

Zeeland worstelt met verlies bij veerdienst

MIDDELBURG. De veerverbinding over de Westerschelde tussen Vlissingen en Breskens lijdt forse verliezen. Het Zeeuwse provinciebestuur komt met verschillende scenario’s om de kosten binnen de perken te houden. In juni hakken Provinciale Staten de knoop door.

Jan Dirk van Scheyen
20 January 2016 10:06Gewijzigd op 16 November 2020 00:48
De Prinses Máxima, een van de twee schepen die de veerdienst tussen Vlissingen en Breskens onderhouden. beeld Van Scheyen Fotografie
De Prinses Máxima, een van de twee schepen die de veerdienst tussen Vlissingen en Breskens onderhouden. beeld Van Scheyen Fotografie

Het veer voor fietsers en voetgangers werd in 2003 in gebruik genomen. Tegenwoordig exploiteert de door de provincie opgerichte Westerschelde Ferry BV de verbinding met twee Swath-schepen, de Prinses Máxima en de Prins Willem-Alexander. Maar de kosten rijzen de pan uit. De verbinding kost jaarlijks ruim 
6,7 miljoen euro. Dat geld is nodig voor onderhoud en afschrijving van de schepen, brandstof, personeelskosten, aanlegsteigers, gebouwen en baggerwerkzaamheden die regelmatig worden uitgevoerd in de veerhavens. De reizigersopbrengsten die daartegenover staan, bedragen niet meer dan ruim 1,5 miljoen euro per jaar. De provincie dicht ieder jaar het financiële gat.

Verkoop

„Wij als provincie vinden dat deze veerverbinding moet blijven, maar op deze manier kan het denk ik niet langer”, zegt gedeputeerde Van der Maas (SGP). Hij legde de Staten vrijdag een aantal toekomstscenario’s voor. Eén variant is: de verkoop van één of twee Swath-schepen (capaciteit: elk 
181 passagiers) en de aanschaf van een nieuw en groot schip met zuinige motoren, dat plaatsbiedt aan 300 passagiers en dat een uurdienst gaat onderhouden. Nu is er in de spitsuren nog een halfuurdienst. Maar dan moeten de bestaande schepen wel aan de man worden gebracht. En daar wringt de schoen. Van der Maas: „De huidige vaartuigen zijn uitermate geschikt voor gebruik in de monding van de Westerschelde. Ze liggen vrij hoog op het water en zijn goed berekend op hoge golfslag. Ze zijn stabiel en betrouwbaar. Maar ze zijn ook duur in onderhoud.” De gedeputeerde wijst er ook op dat beide veerboten pas in 2033 zijn afgeschreven. „Ze zijn nu nog zo veel waard dat je ermee moet doorvaren.”

Jaarlijks maken 650.000 mensen de overtocht over de zeearm. Bij ingebruikneming van de ferry in 2003 werd gemikt op een jaarlijks reizigersaantal van 800.000. Die verwachting is echter nooit uitgekomen. Over het hele jaar genomen bestaat iets meer dan de helft van de passagiers uit recreanten. Zij maken de overtocht om te genieten van de vaartocht, de weidsheid van het water en het uitzicht. De resterende groep bestaat uit studenten en scholieren, en een klein aantal reizigers, zo’n 10 procent, neemt de boot om naar het werk te gaan.

Kosten verlagen

De huidige concessie voor het veer loopt tot 2018. Daarna zou een van de toekomstscenario’s werkelijkheid kunnen worden. Van der Maas: „Om het openbaar vervoer in stand te houden, moet er geld bij, ook overheidsgeld. We willen de leefbaarheid op peil houden. Maar deze verbinding kost veel geld. Daarom moeten we kijken naar mogelijkheden om de kosten te verlagen.”

Het duurder maken van de kaartjes is geen optie. GS willen niet dat de Zeeuwen de dupe worden. Wel vindt Van der Maas het een goed idee om het belevingsaspect meer te benadrukken, gezien het hoge percentage recreatieve gebruikers van het veer. „Je zou meer mensen kunnen verleiden om de overtocht te maken als je aan boord nog iets toevoegt qua belevingswaarde.”

GS bestuderen nu de verschillende scenario’s. Er wordt ook gekeken naar de vervanging van het fietsvoetveer door een snelle busverbinding tussen Walcheren en West-Zeeuws-Vlaanderen via de Westerscheldetunnel. In juni komt het college met een voorstel naar de Staten. Die kiezen de uiteindelijke variant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer