Pluim voor Quvier op de Pieter Zandt
KAMPEN. Docenten en leerlingen van de afdeling Quvier van de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen aten maandagmorgen gebak: de afdeling is een van de 130 scholen die zich excellent mogen noemen.
Het gebak was besteld voordat het nieuws binnenkwam, erkent teamleider A. van Tol. „Het juryrapport kenden we al, en dat was goed. Als we het predicaat niet gekregen zouden hebben, was het gebak nóg verdiend geweest.”
Tussen 9 en 12 uur zou de uitslag worden bezorgd, persoonlijk of per post. Rond kwart voor tien werd er een grote doos bij de school afgeleverd. Daaruit kwam de mededeling van de onderwijsinspectie dat de school inderdaad de eervolle vermelding kreeg. Met een felicitatie van de staatssecretaris en een bijbehorende vlag. Maandagmiddag kwam wethouder E. Spaan (SGP) op bezoek.
„Met het predicaat Excellente School krijgen zeer goed presterende scholen de maatschappelijke zichtbaarheid en waardering die ze verdienen”, motiveert de inspectie de jaarlijkse beoordeling. Excellente scholen worden tot voorbeeld gesteld. „Zij dagen andere scholen uit om de lat ook hoog te leggen.”
Dit keer hadden zich 210 scholen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs aangemeld. Daarvan en hebben 130 scholen het predicaat toegekend gekregen, waaronder ook twee afdelingen van het Calvijn College: de havo in Goes en het praktijkonderwijs in Krabbendijke.
„Het gaat er niet zozeer om dat we zeggen: Kijk eens hoe goed we zijn”, zegt teamleider Van Tol in Kampen. „We wilden weten: Zijn we op de goede weg; is onze aanpak van goede kwaliteit?”
In de afdeling Quvier –de naam is ontleend aan de vroegere aanduiding ”cluster 4”– zitten leerlingen met gedragsproblematiek. „We horen niet bij het speciaal onderwijs, maar vallen ook niet onder het reguliere voortgezet onderwijs. Daardoor krijgen we niet snel de inspectie op bezoek. Het leek ons toch goed dat externe deskundigen onze werkwijze eens doorlichtten.”
Quvier is in zes jaar tijd uitgegroeid tot een afdeling met zo’n vijftig leerlingen. „De meesten op vmbo-niveau, maar er zitten ook havo/vwo-klanten bij”, zegt Van Tol. „Het gros zit vanaf de komst naar de brugklas in deze afdeling. Anderen komen later, als ze in een reguliere klas zijn vastgelopen.
Wij bieden maatwerk, een persoonlijke aanpak. Als een van de sterke punten noemt de inspectie onze uitspraak: „Speciaal wat moet, regulier wat kan.” We geven binnen een reguliere school speciaal onderwijs, maar waar mogelijk volgen de leerlingen reguliere lessen, want we bereiden hen voor op een maatschappij waarin ze niet in een afzonderlijke Quvierafdeling kunnen functioneren. Sommigen kunnen na verloop van tijd volledig naar een gewone klas. Anderen blijven tot hun diplomering een deel van de week bij ons.”
De groepen binnen de afdeling tellen acht à tien leerlingen. Elke groep heeft een vaste docent, die –met steun vanuit de vakgroepen– alle vakken geeft. Op die manier wordt de leerlingen de structuur geboden die ze nodig hebben. Een orthopedagoog en andere deskundigen zorgen voor ondersteuning. „De gedrevenheid van de docenten is een van de punten waarvoor de jury ons nu een pluim heeft gegeven.”