Nog veel onwetendheid over aanlandplicht
URK. Nederlandse Noordzeevissers zijn in de clinch geraakt met de Duitse inspectiedienst. Controleurs bleken niet op de hoogte van recente regelgeving in het kader van de aanlandplicht, die deze maand van kracht werd. „Hopelijk zijn de problemen nu over.”
Tongvisser Hein Nentjes, eigenaar van de UK 47 Iede Kornelis, is er nog steeds verontwaardigd over. „Het blijkt dat er over de aanlandplicht enorm veel onwetendheid is, niet alleen bij een deel van de vissers maar ook bij de controlediensten”, zei hij maandag.
Nentjes maakt deel uit van de ledenraad van de Nederlandse Vissersbond, een van de twee belangenorganisaties van de kottervissers. Hij voelde zich vorige week gedrongen om in de bres te springen voor enkele collega’s die Duitse controleurs aan boord hadden gehad.
„We hebben een app-groep, en dan gaat zoiets snel rond”, zegt Nentjes. „Een paar kotters kregen bezoek van de Seefalke (vaartuig van de Duitse visserijinspectie, TR). De controleurs beweerden dat onze mensen alle discards (bijvangst, TR) aan boord moesten houden. Maar dat klopt niet. De aanlandplicht wordt gefaseerd ingevoerd. Tongvissers hoeven dit jaar alleen ondermaatse tong met een lengte van 19 tot 24 centimeter mee te nemen.”
De op de zeebodem levende tong is een dure vissoort, maar ook eentje die lastig te vangen is. Bijvangst van ongewenste soorten en ook van kleine, jonge tongetjes is onvermijdelijk. Tot nu toe ging die weer overboord.
De aanlandplicht wil een eind maken aan voedselverspilling en het herstel van de visstand bevorderen, maar is omstreden. De Vlaamse onderzoeker Jochen Depestele concludeerde een paar maanden geleden na metingen op zee dat de Brusselse maatregel negatief uitpakt voor vogels en aasetende dieren die op de zeebodem leven. Bovendien ontneemt de plicht jonge vis de kans om zich voort te planten.
De klachten van de Vissersbond en zusterorganisatie VisNed over de onwetendheid bij de Duitse controleurs leidden tot contact op „het hoogste ambtelijk niveau” tussen Nederland en Duitsland. Nentjes hoopt dat er zich nu geen problemen meer voordoen, maar hij durft er zijn hand niet voor in het vuur te steken.
De schipper van een van de door de Seefalke bezochte kotters wil alleen anoniem zijn verhaal doen. „De eerste vraag van de Duitse controleur aan mij was: „Waar zijn jullie discards?” We konden alleen een paar kilo ondermaatse tong laten zien. Daar nam hij geen genoegen mee. Het bleef nu bij een waarschuwing, maar de volgende keer zouden we alle bijvangst aan boord moeten hebben. Tong, schar, schol, zelfs zeesterren.”
Veel vertrouwen dat het bij een volgende controle weer met een sisser afloopt, heeft de schipper niet. „Je bent toch bang wat er dan gebeuren gaat. Een paar duizend euro boete schrijven ze zomaar uit. En als het verkeerd wil, brengen ze je schip op. Is dit Europa? Je verwacht dat controleorganisaties van de regels op de hoogte zijn, maar ze weten net niks. Ik heb een map bijgehouden met alle controles die ik in 25 jaar heb ondergaan. Nooit hebben we problemen gehad. Dat wil ik zo houden. We vangen in deze tijd trouwens weinig discards. Die paar kilo ondermaatse tong eten we gewoon op.”