Slimme peuter wil uitdaging
NIJKERK (ND). Slimme peuters verdienen de juiste aandacht, vinden ze op christelijke basisschool De Appelgaard in Nijkerk. De school start voor hen daarom met een speciaal programma.
Samen met de Universiteit Utrecht onderzoekt de school of zo’n aanpak werkt. In de loop van 2017 zijn de resultaten bekend. Directeur Caroline van Leijenhorst legt uit hoe het zit.
Is dat wel nodig: een speciaal programma voor pientere peuters? Moeten die kleintjes niet vooral lekker spelen?
„Dat is precies de bedoeling, maar we willen deze groep meer gaan uitdagen tijdens het spelen. We zetten bijvoorbeeld buiten geen wip neer, maar een plank en boomstammetjes, dan kunnen ze hun eigen wip maken. Slimme peuters kijken namelijk anders naar de wereld.”
Hoe anders is dat in vergelijking tot leeftijdsgenoten?
„Ze willen veel meer ontdekken. En dat is meer dan blokjes stapelen en plaatjes kijken. Vaak verzuchten ouders van zulke peuters: „O, ze zijn er zó aan toe.” Deze kinderen zijn meer toe aan interactie en ontdekkingen. Neem de waterbak. Een pientere peuter die een bootje ziet zinken, zal veel sneller denken: „Dan moet dat vast ook kunnen met andere materialen”, terwijl de gewone peuter het zinken alleen waarneemt.”
Zijn de slimme peuters ook de toekomstige hoogbegaafde leerlingen?
„Nee, het gaat bij de peuters om kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Dat wil zeggen dat ze net een paar stappen verder zijn dan hun leeftijdsgenootjes. Juist van peuters is bekend dat ze in die fase ontwikkelingen in sprongen doormaken. Ze kunnen uiteindelijk ook heel goed op een gemiddeld niveau eindigen in groep 3. Het is dus belangrijk dat je kijkt naar wat een kind op een bepaald moment nodig heeft.”
Hoe krijgt de nieuwe aanpak vorm?
„We starten na de meivakantie. Er komt geen aparte klas, de pientere peuters blijven onderdeel van een reguliere peutergroep. We werken hier al met een combinatiegroep 1, 2 en 3 waarin op heel verschillende niveaus wordt gewerkt. De slimme peuters willen we –als ze daar aan toe zijn– al meer met hun leeftijdsgenoten in aanraking brengen. Zo sla je op tijd een brug.”
En dan kunnen ze straks al lezen als ze nog in groep 3 moeten beginnen? Is dat gewenst?
„Dat geeft helemaal niets. Je moet het kind uitdagen op het moment dat het daar aan toe is. Dat principe geldt al veel meer in de hogere klassen, maar niet bij de start. Daarom is juist dit onderzoek gestart. In de voor- en vroegschoolse periode wordt doorgaans veel aandacht besteed aan het inlopen van achterstanden, maar nog niet aan wat kinderen nog meer nodig hebben.”
Hoe uniek is dit onderzoek?
„Uniek, bij mijn weten is het uitdagen van pientere peuters niet eerder onderzocht. Er zijn wel trajecten bekend waarin een betere aansluiting van peuters op het onderwijs werd gezocht, maar die gaan uit van het inhalen van achterstanden op bijvoorbeeld taalgebied. Ons onderzoek, dat we samen uitvoeren met basisscholen De Klokbeker en Augustinus in Ermelo, heeft een heel ander uitgangspunt: hoe faciliteer je een kind dat méér wil?’
Welke criteria zijn er voor het toelaten van een kind tot het programma voor de pientere peuter?
„Daar zijn we nog mee bezig. Het onderzoek moet namelijk uiteindelijk ook leiden tot een goede beschrijving wanneer een kind een pientere peuter is.”
Hoeveel peuters staan er inmiddels op de lijst voor het nieuwe programma?
„We zijn een kleine school van 52 leerlingen. We hebben op dit moment twee à drie kinderen in beeld die in aanmerking zouden komen. We verwachten echter dat dit onderzoek nieuwe kinderen uit de regio Nijkerk trekt.”