Studie: te weinig fosfaat in de Noordzee
AMSTERDAM (ANP). We zijn misschien doorgeschoten met het schoner maken van sloten, kanalen en andere oppervlaktewateren. Om vervuiling te voorkomen, is fosfaat uit wasmiddelen gehaald en is er opgetreden tegen overbemesting. Maar nu is er een tekort aan fosfaat in de Noordzee. Dat heeft gevolgen voor de dieren in de zee.
Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam hebben dat maandag laten weten. Ze hebben midden op de Noordzee monsters van het water genomen en die onderzocht op fosfaat en stikstof. Dat zijn belangrijke bouwstenen voor leven. Normaal zit er ongeveer zestien tot twintig keer zoveel stikstof als fosfaat in het zeewater. Maar in de Noordzee zit nu soms 375 keer zoveel stikstof in het water. Fosfaat is de laatste jaren teruggedrongen, stikstof niet, en daardoor is er een fosfaattekort.
Plankton gebruikt stikstof en fosfaat om te groeien. Als ze te weinig fosfaat krijgen, groeien ze minder goed en worden ze minder voedzaam voor de dieren waardoor ze worden gegeten, zoals mossels en oesters. De onderzoekers verwachten dat het ook hoger in de voedselketen gevolgen heeft, uiteindelijk dus ook voor de visstand.
„Het terugdringen van fosfaat is goed geweest voor het oppervlaktewater, de waterkwaliteit is sterk verbeterd. Maar voor de Noordzee zijn we misschien wat te ver doorgeschoten”, zegt ecologe Maayke Stomp. Ze pleit niet voor het „bemesten van de Noordzee” met fosfaat. Maar misschien is het wel een optie om fosfaat minder drastisch uit het water te halen. Als stikstof dan wel wordt teruggedrongen, herstelt de balans. „Dan is er een gezonde planktongemeenschap met genoeg voedsel voor de vissen”, aldus Stomp.