In Pijnacker worden voor het eerst huizen verwarmd door aardwarmte die ook wordt gebruikt in de nabijgelegen kassen. In de toekomst streeft het kabinet naar een energievoorziening waarbij het broeikasgas CO2 nog nauwelijks een rol speelt. In die plannen is geen plaats voor nieuwe kolencentrales. Wel zal vol worden ingezet op de bestaande mogelijkheden voor onder meer energiebesparing, duurzame warmte, meer windparken op zee, biomassa en ook het op- en afvangen van kooldioxide, CO2.

Kamp: „Er zullen in de toekomst CO2-arme energiebronnen en technieken zijn die we nu misschien nog niet kennen. Daarom zet het kabinet de komende tijd krachtiger in op innovatie”. Dat is niet alleen nodig om in 2050 een volledig duurzame energievoorziening te hebben, maar het biedt ook kansen. We lopen voorop met kennis over de bouw van windmolens, het eerste fietspad van zonnepanelen ligt in Krommenie en in Pijnacker wordt nu warmte uit de diepe aarde gebruikt voor het verwarmen van een kas en woningen, aldus Kamp. „Dit zijn voorbeelden van potentiële verdienmodellen die we over de hele wereld kunnen vermarkten.”

Europese landen hebben voor 2050 een afname afgesproken van 85 tot 90 procent CO2. In het Nederlandse energieakkoord is vastgelegd dat 14 procent van de Nederlandse energie in 2020 hernieuwbaar is. In 2023 moet dat 16 procent zijn.