Wordt vernieuwd
2 Korinthe 5:17
„Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.”
Saul werd wel veranderd. Maar zijn hart werd niet vernieuwd (1 Samuël 10:6). Daarom is verandering van zeden niet genoeg tot zaligheid; een vernieuwing van het gemoed is nodig. Want er zijn mensen die als het ware tussen de oude en de nieuwe natuur blijven hangen, zoals de Heere zegt: „Efraïm is een koek die niet is omgekeerd” (Hosea 7:8). Ja, dezen zijn als een onwijs kind dat in de kindergeboorte is blijven staan. Geen wonder, want een nieuw schepsel zal van al het oude moeten afgaan. Het moet alles nieuw in u worden. Daarom zeggen wij tot u: Geloof dat God u tot een nieuw mens moet maken.
Vraagt u om raad? Legt u als geheel onmachtig voor God neer. Bidt de Heere: „Schep mij, o God, een rein hart” (Psalm 51:12). Blijft onder het levendige en krachtige Woord. Om zo door het geloof in Christus te zijn. Door Zijn kracht zult gij getransformeerd of herschapen worden tot een nieuw schepsel. Maar u die wel vernieuwd werd door genade en de Heere Jezus aangenomen hebt, wiens hart is vernieuwd zodat u God in liefde kent, in wiens hart de wet Gods geschreven is, ja die de hele nieuwe mens hebt aangedaan: dankt God voor deze dierbare genade waartoe u geen lust noch kracht had om er ooit te komen.
Dionysius Bouwman, ziekenbezoeker te IJsselstein (”De werkzaamheden van Gods gunstgenoten”, 1728)