Twijfels over effectiviteit vaccinaties onterecht
Als de overheid stelt dat het Rijksvaccinatieprogramma effectief is in het bestrijden van ziektes en niet leidt tot schade op de lange termijn is er vooralsnog geen reden om daaraan te twijfelen, reageren Elise van Hoek-Burgerhart en Ben de Jong op Steven van den Brink (RD 13-1).
We waarderen het dat Steven van den Brink de moeite heeft genomen om te reageren op ons artikel over vaccinatie. Als wij zijn reactie goed hebben gelezen, twijfelt Van den Brink aan de juistheid van onze opmerking dat door het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) als zodanig ziektes zijn verdwenen of sterk afgenomen. Daarnaast stelt hij dat vaccinatie juist kan leiden tot schade aan de gezondheid van kinderen en niet vaccineren daarom een verstandige keuze kan zijn.
We zijn het helemaal met Van den Brink eens dat betere hygiëne heeft geleid tot een duidelijke afname van infectieziekten. Hygiëne bleek echter niet voldoende om infectieziekten te voorkomen. Daarom is het RVP ingevoerd. Wij willen ons standpunt graag verduidelijken door te verwijzen naar websites van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Op deze websites staat een overzicht van de ziekten waartegen in het kader van het RVP kan worden gevaccineerd. Per ziekte wordt verder de situatie vermeld van voor de start van de vaccinatie met de eventuele (ernstige) gevolgen zoals ziekenhuisopnames, handicaps of overlijden. Te lezen is bijvoorbeeld dat de vaccinatie tegen difterie is gestart in de jaren vijftig. Dit vanwege het hoge sterftepercentage (5-10 procent) bij een besmetting. Evenals tetanus komt difterie na start van de vaccinatie eigenlijk niet meer voor.
Daarnaast valt te lezen dat in de afgelopen decennia uitbraken van bijvoorbeeld polio of mazelen alleen of voornamelijk hebben plaatsgevonden onder bevindelijk gereformeerden. Dit geldt ook voor de mazelenepidemie van 2013-2014. De epidemie vond plaats in de Bijbelgordel, een regio met een lage vaccinatiegraad. Op de website staat een overzicht waarin het aantal meldingen of ziekenhuisopnames is weergegeven in relatie tot vaccinatie. Er is een zeer duidelijke relatie tot het niet of onvolledig vaccineren en het krijgen van de mazelen of de noodzaak tot een ziekenhuisopname.
Bovenstaande informatie is in overeenstemming met gegevens zoals verstrekt op websites van bijvoorbeeld de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Amerikaanse ‘versie’ van het RIVM. Deze laten zien dat vaccinatie heeft geleid tot een zeer sterke afname van de desbetreffende ziektes. Daarnaast heeft de WHO uitgerekend dat 17 procent van de wereldwijde sterfte van kinderen jonger dan vijf jaar voorkomen kan worden door vaccinatie (1,5 miljoen doden per jaar).
Critici zouden vraagtekens kunnen zetten bij deze informatie omdat overheden of overheidsdiensten een politieke agenda hebben. Echter, ook wetenschappelijk onderzoek en samenvattingen daarvan over vaccinatie bevestigen deze informatie.
In ons vorige artikel hebben wij aangegeven dat we de overheid niet klakkeloos hoeven te volgen. Echter, als de overheid stelt dat het RVP effectief is in het bestrijden van ziektes en niet leidt tot schade op de lange termijn hebben wij vooralsnog geen reden om hieraan te twijfelen. Het blijft daarbij wel belangrijk om als ouders en zorgverleners actief bijwerkingen te melden en te laten onderzoeken.
In 2014 werden ruim 2 miljoen doses vaccin toegediend. Het Bijwerkingencentrum Lareb ontving 982 meldingen met 1950 mogelijke bijwerkingen. Drieënhalf procent van de meldingen werd als ernstig beschouwd, waarbij een verband met vaccinatie veelal onwaarschijnlijk werd geacht. Ook loopt er een onderzoek van het RIVM naar de relatie tussen langdurige vermoeidheid en de HPV-vaccinatie bij meisjes.
Er is veel informatie beschikbaar over vaccinatie en vermeende bijwerkingen. Die informatie is in tegenspraak met de genoemde websites. Hoewel deze informatie niet voldoet aan kwaliteitscriteria zijn er steeds meer mensen die zich door deze foutieve informatie laten leiden in hun keuze voor of tegen vaccinatie. Deze tendens vinden wij opmerkelijk. Het lijkt alsof de vraag naar de betrouwbaarheid van deze informatie onvoldoende wordt gesteld. Tegelijkertijd is men wel kritisch naar betrouwbare informatiebronnen, waarnaar wij hebben verwezen.
Het boekje ”Polio, afwachten of afweren?” van dr. Douma en dr. Velema levert wat ons betreft een evenwichtige bijdrage aan de discussie rondom vaccinatie en godsdienstige argumenten. Ook in dit boekje valt te lezen dat religieuze bezwaren tegen vaccinatie bijna uitsluitend onder christenen in Nederland worden gevonden.
Ten slotte, wij zijn er diep van overtuigd dat iedereen vrij is in zijn of haar keuze om kinderen wel of niet te laten vaccineren. De door Van den Brink geciteerde Bijbeltekst wordt door een bepaalde stroming binnen de gereformeerde gezindte gebruikt tegen vaccinatie. In de NPV-brochure ”Vaccinatie: voorzienigheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid” worden verschillende theologische visies op vaccinatie besproken. Wij verwijzen dan ook graag naar deze brochure.
De auteurs zijn respectievelijk beleidsmedewerker bij de NPV en internist in opleiding en bestuurslid van de NPV.