Recensie: Bart Jacobs speelt vroege Bach
De Brusselse kathedraalorganist, Bart Jacobs, heeft vorig jaar een prachtige cd gemaakt waarop orgelwerken van de jonge Bach zijn te beluisteren. Muziek die Bach schreef in Ohrdruf, Lüneburg, Arnstadt en Mühlhausen, grofweg tussen zijn 13e en 23e levensjaar. Stukken waarbij hij werd geïnspireerd door grote muzikanten uit zijn tijd.
Zo is er een Canzona te horen die, door zijn chromatische contrapunt, lijkt op muziek van Pachelbel. En variaties over ”Ach, was soll ich Sünder machen” die beïnvloed zijn door Böhm. Een koraalfantasie over ”Christ lag in Todesbanden”, met echo’s en voorimitaties waarover Reincken goedkeurend zou hebben geknikt. En een Praeludium in a dat, door de afwisseling van fuga’s en virtuositeit, kan doorgaan voor een stuk van Buxtehude. Voorts zijn er op deze cd orgelbewerkingen te beluisteren van Sinfonia’s die Bach componeerde voor cantates in Arnstadt en Mühlhausen. Zeventien stukken in totaal, die door hun speelsheid en beknoptheid –verschillende duren niet langer dan tweeënhalve minuut– aangenaam zijn om naar te luisteren.
Jacobs voert ze uit op het Thomasorgel (2004) van de Catharinakerk in het Belgische Hoogstraten. Dit instrument is geënt op de Noord-Duitse barokorgels uit de 17e eeuw. Het telt slechts zeventien stemmen, maar klinkt, mede dankzij de akoestiek van de Catharinakerk, als een klok. En doordat Jacobs levendig speelt en afwisselend registreert, komt de muziek van de jonge Bach hier prima tot haar recht. Luister maar naar ”Wie schön leuchtet der Morgenstern”. Of naar de Sinfonia uit cantate 196: het twinkelt en danst daar aan alle kanten. Beter kun je het bijna niet wensen.
Johann Sebastian Bach – Vroege orgelwerken en sinfonia’s – Bart Jacobs, Thomasorgel Hoogstraten; Mixtuur (MIX 02); € 15,-; www.mixtuur.be en www.bartjacobs.eu
BWV 739
Uit: BWV 196
BWV 551