Walvissnijteam staat voor onsmakelijk klusje (met fotoserie)
DEN HOORN. Steven van der Mije (53) begint donderdagmorgen aan een klusje dat door de meeste Nederlanders als onsmakelijk wordt ervaren: het in stukken snijden van vijf dode potvissen op het strand van Texel.
Kustverontreiniging. Dat is formeel de status van de vijf dode potvissen bij paal 12 ter hoogte van het Texelse dorp Den Hoorn. De aangespoelde rommel is deze keer wel erg groot: één van de mannetjesvissen is zeker 15 meter lang en weegt al gauw 40.000 kilo.
Rijkswaterstaat en de gemeente Texel willen de walvisachtigen graag snel van het strand hebben. De dieren zijn al volop aan het ontbinden en dat kan een flinke stank veroorzaken. Reden dat de zogeheten walvissnijteams van Naturalis en Universiteit Utrecht zijn uitgerukt om de dieren op te ruimen.
„Ons belangrijkste doel is onze wetenschappelijke nieuwsgierigheid te bevredigen”, zegt de coördinator Van der Mije van het Naturalissnijteam. „We willen zoveel mogelijk informatie verzamelen uit onder andere de maaginhoud, de organen en het bloed.”
De belangrijkste vraag van de wetenschappers is waar de dieren aan zijn doodgegaan. „Zeker is dat ze in ieder geval de verkeerde afslag hebben genomen. De dieren komen niet in de Noordzee voor omdat die te ondiep voor hen is. Hun belangrijkste voedsel, inktvis, komt alleen in de diepere delen van oceanen voor.
Vanaf de kust van Noorwegen zijn de potvissen per ongeluk linksaf geslagen de Noordzee op in plaats van rechtsaf de Atlantische oceaan op. Waarom? Dat weten we niet.”
Walvisachtigen communiceren door middel van geluiden. Onderzoekers proberen bij een gestrande walvis daarom als eerste het oor te bekijken. „Maar dat begint na twee, drie uur al te ontbinden, dus daarom is het zaak om er snel bij te zijn.”
Van der Mije vermoedt dat er eerst twee potvissen zijn gestrand en dat die vervolgens een soort noodsignaal hebben laten klinken waarop de andere drie mannetjes afkwamen. „Ik vond het opvallend dat er al twee dieren dood op het strand lagen, terwijl er nog drie levend in de branding spartelden.”
Medewerkers van de Universiteit Utrecht hebben woensdag de eerste twee potvissen al ontleed, donderdag zijn de andere drie aan de beurt. Een klus voor het walvissnijteam. „Het gebeurt niet zo vaak dat er meerdere dieren tegelijk aanspoelen. In 1997 lagen er vier op het strand van Ameland. Vijf vissen tegelijk is een record.”
Van der Mije laat zich verrassen wat hij tegenkomt. „Ik heb in al die jaren dat ik dit werk doe, afgeleerd om bepaalde verwachtingen te hebben. Iedere walvisachtige brengt weer een verrassing, elk dier is voor ons interessant.”
Niet iedereen kan een potvis ontleden, is de stellige mening van de coördinator. „Je kunt er niet zomaar een zaag in zetten, die loopt onmiddellijk vast. Het vereist behoorlijk wat ervaring om op de juiste plek te gaan snijden.”
Zeker als een potvis al wat langer op het strand ligt, is daarbij ook nog het gevaar dat het dier ontploft, vanwege ophopende ontbindingsgassen. Van der Mije is daar nu niet bang voor. „De meeste Nederlanders zullen het wel een onsmakelijk karwei vinden, maar het is voor ons heel gewoon.”