Artsen tegen ‘meldplicht’ kindermishandeling
DEN HAAG (ANP). Artsen zien het niet zitten om stichting Veilig Thuis een seintje te geven als ze hulp gaan regelen bij kindermishandelingen. Staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) had dat plan dinsdag aangekondigd. De artsenorganisaties zijn bang dat ouders helemaal niet meer naar de dokter gaan met hun kind. Als de ouders artsen niet meer vertrouwen, „is het kind daarvan de dupe”.
De organisaties spreken van een „verkapte meldplicht”. Ze vinden het belangrijk om informatie over mishandeling beter te delen met andere hulpverleners, maar zonder meldplicht.
De kritische verklaring is ondertekend door onder meer de organisaties voor artsen (KNMG), huisartsen (LHV en NHG), kindergeneeskundigen (NVK), vertrouwensartsen (VVAK) en psychiaters (NVvP).
Volgens Giliam Kuijpers, beleidsdirecteur bij KNMG en kinderarts, bestaat er ook een risico dat artsen voor de zekerheid alles doorgeven wat kindermishandeling zou kunnen zijn, omdat ze denken dat ze daartoe verplicht zijn. „Dan stijgt het aantal onterechte meldingen. Als arts kun je mishandeling namelijk nooit helemaal aantonen of uitsluiten. Daardoor neemt de werklast van Veilig Thuis toe en zullen terechte vermoedens minder snel worden geholpen”, vreest Kuijpers.
De KNMG wil ook dat artsen vaker advies vragen bij Veilig Thuis. Daarbij hoeven ze de namen van ouders en kinderen niet door te geven. Ouders hoeven niet op de hoogte te worden gebracht.
Regeringspartijen VVD en PvdA zijn tevreden over het plan van Van Rijn, maar de oppositiepartijen CDA en D66 niet. Net als de artsen spreken zij van een verkapte meldplicht die niet leidt tot minder kindermishandeling. Ze vrezen dat een meldplicht veel onnodige meldingen oplevert en voorzien dat ouders geen hulp meer durven zoeken. Ook vinden ze dat Veilig Thuis moet worden versterkt zodat meldingen niet op een grote stapel belanden.
Stichting Veilig Thuis is het nieuwe meldpunt voor huiselijk geweld. Het meldpunt is opgezet door gemeenten, die sinds 2015 verantwoordelijk zijn voor jeugdzorg. Het is de opvolger van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en het Steunpunt Huiselijk Geweld.