Ook werden tientallen waterwolven in brand gestoken, grote mythische beesten gemaakt door schoolkinderen. Met de term waterwolf werden in het verleden vaak overstromingen en stormvloeden aangeduid. Het stond symbool voor de angst voor het water.

In de nacht van 13 op 14 januari 1916 braken tijdens een storm de dijken en stroomde het water van de Zuiderzee het land binnen. Maandenlang bleven grote gebieden vervolgens onder water staan. Vrijwel de hele regio Waterland, ten noorden van Amsterdam, stond blank.

In de provincie Noord-Holland vielen in totaal negentien doden. Het eiland Marken werd met zestien slachtoffers het zwaarst getroffen. Maar ook delen van Friesland, Gelderland en Utrecht bleven niet gespaard.

De watersnoodramp leidde uiteindelijk tot het plan de Zuiderzee af te sluiten. In 1932 was de Afsluitdijk klaar.