Murre: Geen wereldoorlog tegen christenen gaande
NIJMEGEN. Niet alle vormen van geweld tegen christenen kun je zomaar „christenvervolging” noemen, waarschuwt prof. dr. H. L. Murre-van den Berg.
Door geweld tegen en onderdrukking van christenen op één lijst te zetten, worden er te veel zaken op één hoop gegooid, stelt prof. Murre- van den Berg in een reactie op de vandaag uitgebrachte ranglijst christenvervolging van Open Doors. Ze is directeur van het Instituut voor Oosters Christendom aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
De hoogleraar herkent zich in het algemene beeld van de positie van landen op de lijst. Tegelijk vindt ze het belangrijk goed te kijken naar wat er precies gebeurt in die landen. „Er zijn veel gevallen van geweld en uitsluiting die concreet met het christen-zijn te maken hebben. Andere gevallen zijn vooral sociaal of politiek van aard. Open Doors interpreteert deze als religieus, terwijl je ook zou kunnen zeggen: het gaat om vormen van nationalisme.
Het is een heel gewelddadig jaar geweest. Daarbij kwamen veel christenen om. Maar ook andere groepen hadden te maken met dat geweld. Het christendom is nu eenmaal de grootste godsdienst op de wereld. Dus als het geweld toeneemt, neemt ook het geweld tegen christenen toe.”
Minderheid
De hoogleraar wil daarmee niet de vele en moeilijke gevallen relativeren. Wel vindt ze het belangrijk de cijfers in de juiste context te plaatsen. „Eritrea ging van plaats negen naar plaats drie. Dat is terecht, gezien de omstandigheden daar. Tegelijk is het een geval waarbij je goed moet kijken: Wat gebeurt er precies? Gaat het steeds om christenvervolging? Of gaat het soms om politieke oppositie tegen de heersende macht?”
Murre-van den Berg wijst erop dat het christendom buiten Europa vaak een minderheidsgodsdienst is. „Minderheden zijn overal ter wereld snel de klos. En er zijn nu eenmaal veel landen waar christenen als minderheid leven. Dat zeg ik niet om de lijst te bagatelliseren, maar om aan te geven dat christenen op veel plekken succesvol geweest zijn. In veel landen worden christenen geassocieerd met het Westen, met de macht, de moderniteit. Speelt er een conflict met het Westen, dan zijn christenen de dupe.”
Murre-van den Berg heeft daarom een aarzeling bij de ranglijst christenvervolging. „Door de feiten zo te presenteren, wek je de suggestie dat er een soort wereldwijde georganiseerde oorlog tegen christenen aan de gang is. Er zijn ook christenen die dat expliciet zeggen. Maar dan ga je voorbij aan allerlei andere factoren die een rol spelen.”
Natiestaat
Zo zou de hoogleraar zelf meer recht willen doen aan het nationalisme als verklarende factor. „De natiestaat is gebaseerd op een vaak impliciet idee van eenheid in taal, cultuur, soms religie. Elke natiestaat, ook de onze, heeft moeite met mensen die daar niet aan voldoen. Als je naar West-Europa kijkt zie je dat het moslims moeite kost om aan te sluiten bij de ideeën van de seculiere meerderheid. Gelukkig is dat natuurlijk niet te vergelijken met wat er in het Midden-Oosten gebeurt. Daar kijken we nu vooral naar IS, en die is extreem. IS weerspiegelt niet het patroon van de afgelopen honderd jaar. Wat er in die periode gebeurde was erg, maar mensen werden niet vermoord of verjaagd om hun religie.”
Murre-van den Berg gelooft niet dat de ene religie inherent gewelddadiger is dan de ander. „Ik geloof wel dat de islam om allerlei redenen in een positie is terechtgekomen waarin hij makkelijk voor gewelddadige ideologieën misbruikt kan worden. Er is de afgelopen 200 jaar, mede door het westers imperialisme en kolonialisme, zo veel misgegaan in het Midden-Oosten dat het niet toevallig is dat het nu heel onrustig is in die regio.”