Transplantatie van organen iets afgenomen
DEN HAAG. Artsen hebben vorig jaar minder organen getransplanteerd. Het aantal transplantaties met organen van overleden donoren daalde met 4 procent, van 785 in 2014 naar 755 in 2015. Levende mensen stonden 511 keer een orgaan af, een daling van 5 procent.
De daling heeft te maken met de manier waarop donoren zijn gestorven. Als iemand hartdood is, kan een transplantatie vaak niet doorgaan. Het hart en ook andere organen zijn dan niet meer geschikt om te worden getransplanteerd.
Een patiënt bij wie de hersendood is vastgesteld kan in principe alle organen doneren. In 2015 waren er meer hartdode donoren en minder hersendode donoren dan in 2014. Die verhoudingen schommelen elk jaar en daar is niets aan te doen, aldus de Nederlandse Transplantatie Stichting, die de cijfers heeft bekendgemaakt.
Als een overledene niet is geregistreerd als orgaandonor, moeten nabestaanden de knoop doorhakken. Vaak weigeren ze dan mee te werken met een transplantatie. De stichting maakt zich daar zorgen over.
„Sommige mensen weten niet wat de overledene zou hebben gewild en besluiten om het maar niet te doen. Andere nabestaanden hebben het te zwaar met de rouw en kunnen de gedachte niet aan”, aldus een woordvoerster.
Volgens de stichting zijn veel donoren plotseling gestorven. „Ze hadden bijvoorbeeld een auto- ongeluk, een val in huis of een hersenbloeding. Dat zie je niet aankomen, nabestaanden zijn in shock. Als ze dan ook een beslissing rond orgaandonatie moeten nemen, is dat echt ingewikkeld. Het maakt niet uit wat je registreert, je kunt ook zeggen dat je geen donor wilt zijn, maar als jij het niet doet, moeten je nabestaanden kiezen.”
Het aantal mensen op de wachtlijst is gedaald van 1044 naar 984. Van de mensen die niet meer op de lijst staan, hebben de meesten een nieuw orgaan gekregen. Anderen zijn tijdens het wachten overleden of zijn zo zwak geworden dat ze niet meer kunnen worden geopereerd.
„De criteria zijn streng, je komt niet zomaar op de wachtlijst. Je moet heel ernstig ziek zijn om een nieuw orgaan te krijgen, maar ook weer zo gezond dat je de ingreep en de periode erna kunt overleven.”