Onderscheid
2 Korinthe 5:17
„Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.
Het is duidelijk dat iedereen die zalig zal worden een nieuw schepsel moet zijn. Dat leert Christus duidelijk. Dat wijst het Evangelie en zelfs de natuur aan: dat er niet één mens naar de hemel kan gaan die niet veranderd en vernieuwd is: in zijn kinderjaren óf in de jongelingschap óf in de mannelijke jaren óf in de ouderdom. Die niet wedergeboren, die niet veranderd en niet vernieuwd of bekeerd is, kan onmogelijk zalig worden.
Ook stellen wij nu het onderscheid vast: we zijn óf oude óf nieuwe schepselen. Wij zijn óf dood óf levend. Want een tussenvorm is er niet. Wie nog in zijn oude toestand leeft waarin hij geboren is –in zonden en misdaden– die heeft zijn oude natuur nog. Maar die een nieuw hart heeft gekregen, is een nieuw schepsel.
Ook onderstrepen we: als iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel, want die in Christus gelooft, is Hem deelachtig geworden en die heeft Hem aangedaan. Die moet vanzelfsprekend een nieuwe mens zijn. Want Christus heeft Zich daartoe overgegeven opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid en Zichzelf een eigen volk zou reinigen, ijverig in goede werken (Titus 2:14). Maar die niet in nieuwigheid van het levens wandelen zijn ook niet met Christus begraven door de doop in de dood, en daarom zijn zij niet in Christus (Romeinen 6:3, 4).
Dionysius Bouwman, ziekenbezoeker te IJsselstein
(”De werkzaamheden van Gods gunstgenoten”, 1728)