Binnenland

„Die is voor ons”, dacht Urker visboer na overval

OLDEMARKT. Twee Urker visverkopers gingen dinsdagmorgen overvallers van een juwelierswinkel in het Overijsselse Oldemarkt te lijf. „Ik dacht: Die is voor ons.”

J. Visscher
12 January 2016 17:32Gewijzigd op 16 November 2020 00:37
Beeld ANP
Beeld ANP

Urker Jan Anker (24) kijkt terug op een heftige dinsdag. Rond negen uur dinsdagmorgen stond hij in Oldemarkt samen met de 31-jarige Marco Buter uit Urk in de bakwagen vis te verkopen. Totdat zich om kwart over negen een meisje meldde. „Die gaf ons een seintje en zei: „Er is iets aan de hand bij de juwelier. Kijk eens even.” Het meisje doelde op juwelier Henk Vonk in het Overijsselse dorp. Drie overvallers bleken de juwelierszaak te hebben overvallen. Anderhalf jaar geleden was de zaak ook al doelwit van een overval.

„We sprongen onze viswagen uit en stonden ineens oog in oog met drie overvallers”, blikt Anker dinsdagmiddag via de telefoon vanuit zijn bakwagen terug. „Mannen met bivakmutsen met buit in de handen. Marco gaf een van de overvallers een trap. Ik zwaaide met mijn armen. Twee andere overvallers gingen ervandoor. Ik ging erachteraan. Dat was eigenlijk een onbezonnen actie. Ik pakte een gietijzeren potje en sloeg een van de overvallers op zijn hoofd.”

Pistool

De twee overvallers gingen door hekwerk heen en spoedden zich een bouwterreintje op, vertelt Anker. „Opeens begon iemand met een pistool te zwaaien. Ik dacht: Dit is misdruk (Urks voor foute boel, red.). Ik bedacht me en dacht: Wat gaan we nu doen? De man richtte zijn wapen naar de grond. Het wapen ratelde wel, maar ik hoorde geen knal.”

Intussen kwamen andere omstanders de visboer te hulp. „Er kwam een bewoner met een grote hond aanrennen. Ook juwelier Henk Vonk kwam met een bebloed gezicht naar ons toe. Hij is geslagen. Toch is hij zo sterk dat hij een overvaller bij zijn nek greep. Dat vind ik heel bijzonder. Ook een kok van een restaurant kwam ons te hulp schieten. Toen dacht ik: Die overvallers zijn voor ons. We zijn ze de baas. Met z’n vieren hebben we een overvaller overmeesterd op dat bouwterreintje en hem aan de politie overgeleverd. Het was een allochtone man. De andere overvaller op dat bouwterrein ging ervandoor.”

Politiemacht

Een politiemacht belegerde Oldemarkt. „Er reden wel twaalf politiewagens rond in Oldemarkt. Ik hoorde dat er ook twee politiehelikopters boven het dorp vlogen. De politie wist ergens bij een boerderij nog een gevluchte overvaller pakken. De derde is nog spoorloos.”

Anker kijkt terug op ingrijpende momenten. „Je staat te rillen en te shaken. Het is nogal wat als iemand zijn wapen trekt. Marco en ik hadden net even een halfuurtjepauze. Ik heb snel wat stukjes kibbeling weggwerkt. We zeiden tegen elkaar: „Het had ook mis kunnen gaan.” Ik vind het ook onbegrijpelijk dat iemand het aandurft om een overval te plegen.”

De Urkers hebben de overvallen juwelier, met wie ze „twee handen op een buik zijn”, inmiddels gesproken. „We zijn al jaren bevriend. Iedere dinsdag zegt hij ons gedag en hij koopt vis bij ons.” In Oldemarkt worden de Urker visverkopers en de andere mensen die optraden, op handen gedragen.

Op bedankgeschenken zit Anker niet te wachten. „Een goede glimlach is meer dan voldoende. Het geeft ons wel een gevoel van trots dat we zijn opgetreden. In Oldemarkt klinkt het: een knaap van 24 die achter overvallers aanspringt, is een held. ”

De beide Urkers zijn na hun dappere actie weer aan het werk gegaan. Het telefoongesprek wordt af en toe onderbroken, omdat Anker zijn klanten van kibbeling moet voorzien. „Vanavond in bed zal de schrik wel komen. Het is een zegen dat we er zo zijn afgekomen. Daar ga ik een extra gebed voor doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer