Kritiek op uitlating premier Haïti
Mensenrechtengroepen hebben de Haïtiaanse interim-premier Gérard Latortue bekritiseerd omdat hij de bandieten die de opstand tegen president Jean-Bertrand Aristide zijn begonnen dit weekeinde als „vrijheidsstrijders” heeft bestempeld.
De National Coalition for Haitian Rights in New York sprak van een „onheilig verbond” dat Latortue met de rebellenleiders in zijn woonplaats Gonaïves heeft gesloten. Latortue stond op een bijeenkomst schouder aan schouder met rebellenleider Jean-Pierre Baptiste, die voor de moord op een vijftiental Aristide-aanhangers in 1994 tot twee keer levenslang is veroordeeld, maar uit de gevangenis is ontsnapt. Coalitiedirecteur Jocelyn McCalla zei dat een van de rebellenleiders heeft gedreigd de interim-regering ten val te brengen als die iets zou besluiten wat hun niet bevalt.
Eric Olson van Amnesty International zei dat de premier een „zeer kwalijk signaal” heeft afgegeven. „De toekomst van Haïti hangt af van een sterke rechtsorde en het onder het tapijt vegen van dit soort zaken verzwakt die toekomst.”
Kabinetslid Robert Ulysse wees de kritiek van de hand. Het was Latortue erom te doen „af te rekenen met het verleden” en het „repressieve karakter” van de regering-Aristide te bespreken.
De Lavalas-partij van Aristide zegt dat aanhangers in het hele land worden opgejaagd en zelfs vermoord. Human Rights Watch riep maandag Frankrijk op snel troepen naar het noorden van Haïti te sturen om een „veiligheidsvacuüm” op te vullen.
Aristide moest 29 februari onder Amerikaanse druk uit Haïti vluchten. Na een kort verblijf in de Centraal-Afrikaanse Republiek vertrok hij weer naar Jamaica. Het West-Afrikaanse Nigeria verklaarde zich maandag bereid Aristide tijdelijk onderdak te geven. Het verzoek kwam van Caraïbische leiders. Of Aristide naar Nigeria wil, is niet bekend.