Van der Staaij (SGP): Debat over abortus heropenen
DEN HAAG. Zelf een rotsvaste overtuiging koesteren, maar ook goed weten wat er onder het volk leeft. Hoe cruciaal beide zaken zijn, leerde SGP-leider Van der Staaij deze week, toen hij in Madrid sprak met prolifepolitici en -hulpverleners.
Je kúnt als Kamerlid een nieuw jaar beginnen met thema’s die anderen op je bordje leggen. Je kunt er ook voor kiezen te starten met je éígen agenda. „Dat laatste doe ik het liefst”, zegt SGP-leider Van der Staaij. „Vandaar dat ik eerdere kerstrecessen in Nigeria ben geweest om me te oriënteren op het kwaad van christenvervolging; en ook in Israël.”
Dit keer besteedde hij enkele recesdagen aan een reis naar Spanje. „In Madrid heb ik gesproken met diverse prolifepolitici uit de Partido Popular (PP), en met vrouwen van de hulporganisatie Redmadre. Dat was leerzaam.”
Spanje heeft een hoger abortuscijfer dan Nederland, weet Van der Staaij. „Een op de vijf zwangerschappen wordt daar door abortus afgebroken; in Nederland een op de zes.” De abortuswet die in Spanje sinds 2010 van kracht is, is zeer liberaal. „Tot veertien weken zwangerschap mag er, nagenoeg zonder voorwaarden, abortus worden gepleegd.”
Instemming
Wel is deze liberale wet, die het land te danken heeft aan de socialistische premier Zapatero, eind vorig jaar door de conservatieve PP van premier Rajoy een klein beetje ingeperkt: meisjes van 16 en 17 jaar hebben instemming van hun ouders nodig.
Dat brengt Van der Staaij meteen op een les die hij uit zijn bezoek aan Madrid trekt. „Rajoy had zijn kiezers beloofd voor een echt strenge abortuswet te zullen zorgen, één waarbij het alleen was toegestaan in geval van verkrachting, een levensbedreigende situatie voor de vrouw of een ernstige aandoening van de vrucht. Maar toen zijn justitieminister met zo’n voorstel kwam, ontstonden er massale demonstraties. De wet is toen ingetrokken.”
De SGP-voorman vroeg de PP-parlementariërs waaróm ze de wet hebben ingetrokken. „We hadden de media niet mee, vertelden ze me. En er was grote angst voor stemmenverlies.”
Het cynische is echter dat bij de laatste parlementverkiezingen, december vorig jaar, de PP desondanks klop kreeg. Ze verloor 4 miljoen van de 11 miljoen stemmen. Van der Staaij: „Wat ik proefde is dat de PP op dit punt zelf niet erg vast in de schoenen stond. Dat bevestigt mij in mijn opvatting dat als je als politieke partij een plan lanceert, je er echt van A tot Z in moet geloven.”
Demonstraties
Een andere les die hij trekt, is dat de Spaanse politiek niet goed leek te weten wat het volk precies wilde. „Tegen een strengere wet kwamen veel demonstraties, maar tegen liberalisering ook. Er was geen helder beeld. Daarom wil de SGP de komende tijd in Nederland door TNS Nipo onderzoek laten uitvoeren naar hoe er in de samenleving nu eigenlijk tegenaan gekeken wordt. We weten dat 15 procent van degenen die abortus plegen dat om financiële redenen doet, en meer dan de helft méde om financiële redenen. Maar wat vindt een gemiddelde burger daar nu eigenlijk van? Als we daar meer over weten, biedt dat wellicht aangrijpingspunten voor nieuwe voorstellen.”
Leerzaam was voor Van der Staaij ook zijn contact met hulpverleningsorganisatie Redmadre. „Volgens hen hebben zij vorig jaar 10.000 twijfelaars geholpen bij de keuze hun kind toch te behouden. Redmadre gaat in praktische hulpverlening heel ver. Overal in het land hebben zij dependances. Die hebben magazijnen van waaruit men gratis of tegen geringe vergoeding kinderkleren, melkpoeder, babyflessen en speelgoed verstrekt. Zo bieden zij echte sociale steun aan moeders die besluiten hun kind niet te laten aborteren.”
Waar Nederlandse prolifeclubs zich de laatste jaren juist minder in het politieke debat roerden, doet Redmadre dat in Spanje nog wel. „Let wel: niet polariserend. Het gaat in het abortusdebat, stelt de organisatie, niet om een tegenstelling tussen christenen en niet-christenen, of tussen mannen of vrouwen, of tussen jeugd en ouderen. Ideologische debatten leiden zelden tot iets. Liever laat Redmadre aan voorstanders zien dat abortus vaak een schijnoplossing is en slechts nieuwe problemen oproept.”
Bemoedigend
Van der Staaij heeft zijn bezoek aan Madrid daarom als „bemoedigend” ervaren. „De situatie in Spanje laat zien dat het niet bij voorbaat vaststaat dat de ontwikkeling in een land zich altijd richting een steeds liberalere wetgeving beweegt. Het kan ook de andere kant op gaan. In Nederland zie je dat op dit moment nog niet, al vond ik het wel opmerkelijk dat deze week ook in Liberaal Reveil een onverbloemd prolifegeluid te lezen viel.”
In Nederland zijn we in het algemeen nogal tevreden met onze abortuswetgeving en -praktijk, constateert de SGP-leider. „Het idee leeft dat we het thema maar beter kunnen laten rusten. Dat het een gepasseerd station is. Daar ben ik het niet mee eens. We moeten blijven zoeken naar mogelijkheden het debat te heropenen. Waar het mee moet beginnen, is een stukje bewustwording. Ik zou graag zien dat het besef gaat groeien dat het eigenlijk níét normaal is dat in een beschaafd land jaarlijks zó veel abortussen plaatsvinden. Het debat dat ik graag wil voeren, is niet alleen voor christenen belangrijk. Het is een breed debat dat moet gaan over de toekomst van onze samenleving.”