De kleinere brandweerteams werden ingevoerd om incidenten sneller en effectiever aan te pakken. Toen de Brandweer Rotterdam-Rijnmond vijf jaar geleden een kleine brandweerauto voor maximaal twee personen introduceerde, leidde dat onder brandweerlieden tot veel ophef. Critici meenden dat de veiligheid in het geding was als er in het vervolg maar twee of vier mensen in plaats van de gebruikelijke zes naar een incident zouden worden gestuurd.

Het terugschroeven van het aantal brandweerlieden bij een incident ligt erg gevoelig, weet brancheorganisatie Brandweer Nederland. Voorzitter Marcel Dokter van de organisatie van vrijwillige brandweerlieden VBV vindt het nog steeds „helemaal niks”. „Vier is de ondergrens, omdat je vooraf vaak niet weet wat je aantreft”, aldus Dokter.

„Bij een woningbrand moeten minimaal twee man naar binnen, maar voor de veiligheid heb je dan ook nog minstens twee man buiten nodig.” Het is volgens Dokter al een keer voorgekomen dat er twee man ter plekke kwamen, maar dat ze moesten wachten op meer collega’s om de brandende woning binnen te gaan. „Het gaat een keer goed fout”, voorspelt Dokter.

Het overgrote deel van de veiligheidsregio’s zet brandweerlieden op verschillende manieren flexibel in. De regio Limburg-Noord heeft negen kleinere brandweerwagens voor maximaal twee personen. Maar in veel gevallen rukken ook minder hulpverleners uit op de bestaande tankautospuit voor het schoonspuiten van het wegdek, een beknelling of een omgewaaide boom.

Bij de brandweer Rotterdam-Rijnmond zijn de kleinere wagens inmiddels geaccepteerd. „Wij zien het hulpvoertuig als een aanvulling op ons wagenpark. Het stelt ons in staat sneller en slimmer in actie te komen”, aldus Olav Strotmann, hoofd onderzoek en analyse bij de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond.