Dat gebeurde tijdens een herdenking op de plek aan de Kloppersingel, waar de kerk stond. Meer dan duizend mensen, onder wie nabestaanden, brandweerlieden, politiemensen en buurtbewoners, woonden de bijeenkomst bij.

Brandweercommandant R. de Bruin zei in een toespraak dat het een buitengewoon moeilijk jaar is geweest na het verlies van Renz Knipper, Ben Hannenberg en Douwe van Kooten. „We wisten ook voor 23 maart 2003 dat het vak van de brandweer vol risico’s is. Brandweer Nederland en Haarlem moeten er heel hard aan werken om die zoveel mogelijk te vermijden”, aldus de commandant. De brandweermannen lieten het leven toen zij werden bedolven onder een ingestorte muur van de brandende kerk.

Burgemeester Pop van Haarlem benadrukte dat het voor de verwerking goed is dat de plek van de brand is gemarkeerd. „Niet alleen voor het verleden, maar ook voor de toekomst.” Een bewoner die namens de wijk sprak, vertelde dat buurtbewoners nog iedere avond kaarsen branden op de plek van de Koningkerk.

Begin maart kwam een rapport uit van de Inspectie voor Openbare Orde en Veiligheid over de brand. Volgens dit rapport wisten de brandweerlieden die betrokken waren bij het blussen van de brand in de Koningkerk niet goed welke risico’s zij liepen. Zij waren onvoldoende geïnstrueerd en slecht aangestuurd door hun leidinggevenden, zo luidde de kritiek in het rapport.

De inspectie vindt dat de brandweer in Haarlem orde op zaken moet stellen. Bij het korps kwam deze kritiek hard aan. De brandweer is al enige tijd bezig met het doorvervoeren van verbeteringen in de werkwijze.