Commentaar: Nog meer chaos in het Midden-Oosten
Dat het een chaos is in het Midden-Oosten, behoeft nauwelijks betoog. Maar het kan altijd erger. Dat hebben de afgelopen dagen weer laten zien. De ruzie tussen Iran en Saudi-Arabië over de executie van de vooraanstaande sjiitische geestelijke Nimr al-Nimr is slechts een opmaat naar meer ellende in de toch al roerige regio.
Nimr was een verklaard tegenstander van de Saudische regering en stak die kritiek ook niet onder stoelen of banken. Hij riep bij herhaling op tot verkiezingen, pleitte voor afscheiding van de Oostelijke Provincie en voorspelde de ondergang van het huidige regime als de rechten van sjiieten niet méér werden gerespecteerd.
In Saudi-Arabië zijn dat meer dan genoeg ingrediënten om je het ongenoegen van de autoriteiten op de hals te halen. Nimr heeft dat letterlijk aan den lijve ondervonden. In de zomer van 2012 schoot de Saudische politie hem in zijn been en arresteerde hem. Volgens zijn familie werd hij in de gevangenis herhaaldelijk gemarteld. In oktober 2014 werd de sjiitische geestelijke ter dood veroordeeld wegens „ongehoorzaamheid aan de heersers en het opnemen van de wapens tegen de veiligheidsdiensten.” Afgelopen zaterdag werd hij, samen met 46 andere veroordeelden, geëxecuteerd.
Hoe men ook over de doodstraf denkt, executies in Saudi-Arabië zijn niet bepaald een verrassing. En al helemaal niet in Teheran. Want Iran en Saudi-Arabië behoren al jaren tot de landen waar de meeste terechtstellingen plaatshebben.
De timing van de executie van Nimr geeft echter wel te denken, nog afgezien van de vraag of zijn veroordeling terecht was. Omdat Nimr een vooraanstaande sjiitische geestelijke was, kon er in Riyad weinig twijfel bestaan over de reactie van het door en door sjiitische Iran op de voltrekking van zijn doodvonnis.
De terechtstelling komt juist op het moment dat er later deze maand vredesbesprekingen over Syrië op het programma stonden. Ondanks grote bezwaren van Saudi- Arabië zou ook Iran bij dat overleg aanschuiven. Teheran wil koste wat het kost de gelijkgezinde Syrische president Bashar al-Assad in het zadel houden. Riyad is exact een tegenovergestelde mening toegedaan.
Met de alsmaar escalerende spanningen tussen Iran en Saudi-Arabië lijkt de kans op vredesbesprekingen rond Syrië in elk geval definitief verkeken. Kennelijk wegen de belangen en invloeden van regionale grootmachten in het Midden-Oosten zwaarder dan het lot van de al vijf jaar lijdende Syrische bevolking.
De ruzie tussen Riyad en Teheran staat echter niet op zichzelf. Inmiddels hebben diverse andere Arabische landen, waaronder Bahrein en Sudan, hun betrekkingen met Iran verbroken of op een laag pitje gezet. De aloude scheidslijn tussen soennitische en sjiitische staten wordt daarmee steeds manifester.
In een explosief gebied als het Midden-Oosten kunnen dergelijke ontwikkelingen maar al te gemakkelijk tot nog meer geweld leiden. En daar zit de geplaagde regio al helemaal niet op te wachten. De vraag is of de ruziënde grootmachten daar een boodschap aan hebben.