Economen voorzagen in doorsnee een toename van de inflatie tot 0,3 procent in december. De inflatie ligt nog altijd onder het door de Europese Centrale Bank (ECB) nagestreefde peil van bijna 2 procent.

De lage inflatie voedt de vrees voor deflatie, een periode van aanhoudende prijsdalingen, die een rem kunnen zetten op de economische groei. Consumenten kunnen immers besluiten te wachten met de aanschaf van goederen en diensten in de aanname dat die nog goedkoper zullen worden.

Vooral voedsel, alcohol en tabak droegen bij aan de toename van het gemiddelde prijspeil, terwijl energie het grootste drukkende effect had. Voedsel, alcohol en tabak werden in doorsnee 1,5 procent duurder en de prijzen van diensten stegen met 1,1 procent. Energie werd daarentegen juist 5,9 procent goedkoper.

De ECB probeert de inflatie al maanden aan te jagen met onconventionele maatregelen als negatieve rentes en de grootschalige opkoop van leningen. De centrale bank voorspelde vorige maand dat de inflatie dit jaar gemiddeld 1 procent zal bedragen, gevolgd door 1,6 procent in 2017. Destijds rekende de bank echter op een hogere olieprijs dan het huidige niveau van circa 37 dollar per vat. Door de aanhoudende druk op de olieprijs kan de inflatie een stuk lager uitvallen dan voorzien. „De druk op de ECB om met meer maatregelen te komen, houdt daarom onverminderd aan”, stelde analisten van de bank Nomura in Londen.