Geestelijk
2 Korinthe 5:17
„Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden.”
Het verband van deze woorden doet velen denken aan een vernieuwde kerkstaat op de dag van het Nieuwe Testament. Wel bijzonder is dat Christus de verzoening voor de Zijnen heeft aangebracht en Hij uit het lichamelijk gezicht verheven is aan Gods rechterhand.
Velen leggen de woorden „die in Christus is” uit volgens het verband: wij kennen van nu aan niemand naar het vlees. En indien wij ook Christus naar het vlees gekend hebben, nochtans kennen wij Hem niet meer naar het vlees. Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden. En al deze dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft (2 Korinthe 5:16-18).
Paulus toont inderdaad aan dat men geen priester, geen leviet, geen offerande meer nodig heeft nu de uitwendige schaduwdienst afgelegd is. Ja, men kent Christus zelfs niet meer naar het lichaam en men hangt niet aan Zijn lichamelijke tegenwoordigheid of aan enige lichamelijke overblijfselen. Het is nu een tijd waarin men Hem geestelijk kent, verheerlijkt aan Gods rechterhand.
Door Hem te aanschouwen, berust men gelovig in het volbrachte verzoeningswerk. Zo dient men Hem geestelijk naar de wet der vrijheid als een nieuw schepsel.
Dionysius Bouwman, ziekenbezoeker te IJsselstein
(”De werkzaamheden van Gods gunstgenoten”, 1728)