De verdachten, allen afkomstig uit Hilversum, belden aan bij bejaarden en praatten zich met allerlei smoezen (babbeltrucs) bij hun slachtoffers naar binnen. Eenmaal in de woning gingen ze op zoek naar portemonnees en ontfutselden ze de bejaarden hun bankpasjes, vaak met pincode. Rond de feestdagen in 2003 gaven de daders zich uit voor de kranten– en/of folderbezorger en haalden zij op deze wijze het fooiengeld op dat bestemd was voor de echte bezorgers.

Volgens de politie veroorzaakten de diefstallen grote onrust onder de ouderen in Hilversum. De verdachten opereerden in groepjes van steeds wisselende samenstelling en pleegden de misdrijven veelal in de wijk waar ze zelf woonden. De groep wordt verdacht van 150 diefstallen maar heeft er tot nu toe tachtig bekend. Zes verdachten zijn inmiddels voorgeleid bij de officier van justitie in Amsterdam. Drie van de verdachten zijn vanwege hun leeftijd onder huisarrest geplaatst, de anderen zitten vast.