De taxichauffeur werd op 17 oktober 2002 in zijn taxi door het hoofd geschoten. Het Openbaar Ministerie (OM) had vijftien jaar tegen de twee van dit misdrijf verdachte mannen uit Den Helder geëist.

De rechtbank acht bewezen dat S.K. het fatale schot heeft gelost en vervolgens de chauffeur heeft beroofd van geld, sleutels en mobiele telefoon. Dit oordeel is volledig in tegenstelling tot het oordeel van de officier van justitie die het doodschieten van Westerdijk juist aan R.K. toedichtte en alleen de beroving aan S.K. R.K was volgens de rechtbank wel in de taxi aanwezig, wist van de plannen en heeft daarmee „willens en wetens de kans aanvaard dat K. het pistool zou gebruiken".

De twee verdachten hebben zelf altijd ontkend iets met de dood van Westerdijk te maken te hebben. Vorige week werd een derde verdachte, de 19–jarige P.F. uit Den Helder vrijgesproken. De aanklager verdacht haar van diefstal met geweld. Zij zou samen met de twee mannen in de taxi hebben gezeten, maar vlak voor het schot het voertuig hebben verlaten.

Het bewijs in deze zaak is voornamelijk gebaseerd op verklaringen van personen uit het Helderse drugsmilieu. DNA–tests vielen allemaal negatief uit, er zijn geen getuigen van de moord op zich en in de taxi werden geen vingerafdrukken aangetroffen. Ook het moordwapen is nooit gevonden.

Het OM liet wel een geurproef uitvoeren. Die wees uit dat de vrouw waarschijnlijk niet en de twee mannen vermoedelijk wel in de taxi hebben gezeten. De rechtbank gaf in het vonnis aan veel waarde te hechten aan de uitkomst van deze geurproef.

De twee mannen werden verder nog veroordeeld voor drugshandel en diefstal, wapenbezit. Beiden gaan tegen hun vonnis in hoger beroep.