„Huisgemeente evangelist Dekker in Nazareth groeit”
HARDINXVELD-GIESSENDAM. In oktober zijn twee ouderlingen bevestigd in de gemeente in Nazareth die is ontstaan uit het werk van de Gereformeerde Gemeenten. De groep zoekt een ruimer onderkomen, omdat de huiskamer van evangelist drs. M. L. Dekker te klein wordt.
Over deze ontwikkelingen vertelden Dekker en zijn vrouw dinsdag tijdens de jaarlijkse Israëldag van het kerkverband. Er waren „mooie én moeilijke momenten” in de bijna twaalf jaar dat ze er werken. „Satan wil niet dat Gods Koninkrijk wordt gebouwd.”
Er ontstond een Bijbelstudiegroep, deelnemers legden belijdenis af, een van hen werd gedoopt, het heilig avondmaal is viermaal bediend. Nu heeft deputaat ds. W. Silfhout een Spaanstalige Jood en een Arabische man tot ouderling bevestigd.
„In het deputaatschap hebben we ons vaak afgevraagd hoe het in de toekomst moest gaan”, zei ds. D. de Wit. „De afgelopen tijd hebben we geleerd dat het niet op ons organiseren aankomt; we hebben met verwondering gezien dat de Heere toeschikt.”
In onderscheid van andere Messiasbelijdende gemeenten houdt die in Nazareth vast aan de presbyteriale kerkstructuur en de kinderdoop. De diensten zijn meertalig: elke zin die Dekker in het Engels uitspreekt, wordt gelijktijdig in het Hebreeuws, Arabisch, Russisch en Spaans vertaald. Er ontstaan contacten via de inloopwinkel, waar sinds kort eens per week een ontbijt wordt georganiseerd. Er wordt gewerkt aan een vertaling van de Heidelbergse Catechismus.
„De Heere heeft door alle tijden heen ook onder de Joden een overblijfsel naar de verkiezing Zijner genade gehad”, zei ds. Silfhout in zijn openingswoord. Hij verwees naar een verklaring die tientallen vooraanstaande orthodoxe rabbijnen begin deze maand uitgaven. Ze riepen op tot een positieve visie op Jezus en het christendom. „Het is de eerste keer dat rabbijnen met zo’n verklaring komen. Biedt het mogelijkheden om in het contact met Joden heen te wijzen naar Christus? Misschien is het een klein stapje in die richting.”
De aanwezige kinderen zongen Psalm 136:1 in het Hebreeuws, nadat mevrouw Dekker die hun had aangeleerd.
Het Ridderkerks Mannenkoor presenteerde de opbrengst van cd-verkoop en H. Arnoldussen van het Canadese comité Ezra for Israel overhandigde bedragen die in Noord-Amerika zijn ingezameld.
Ds. C. J. Meeuse vertelde over het werk in Oekraïne. Over een drugsverslaafde voor wie de Bijbel van haar grootmoeder tot zegen was, en hoe ze de deputaten later als tolk bijstond. Over de vraag om onderwijs vanuit de Joods-christelijke gemeenten. „De Heere heeft in de stad Zhitomir kennelijk een deur geopend.” De predikant sprak over lectuurverspreiding, gaarkeukenwerk, samenkomsten. „Er is zo veel zaad gestrooid; laten we bidden om Gods zegen. Ons past ootmoed, maar ook verwachting wanneer we zien wat de Heere gaf.”
Ds. A. Schot vertelde over dr. Abraham Capadose (1795-1874), die „een Israëliet in wie geen bedrog is” werd genoemd. Na zijn bekering beijverde Capadose zich voor zending onder de Joden, nadat hij in Zwitserland een predikant ontmoette die daarvoor elke week een uur bad.