Duizenden uren werken aan sierlijke boerenwagens
EEMNES. Toon Wortel (70) is op het gebied van wagenmaken de laatste der Mohikanen. De ambachtsman uit het Utrechtse Eemnes is op dit moment nog de enige die authentieke en handgemaakte boerenwagens vervaardigt.
Volgens Wortel zijn er momenteel geen mensen die het vak willen leren. Het vergt dan ook veel tijd en geduld om te leren hoe je een wagen moet maken. Er is best veel vraag is naar de ouderwetse bedrijfsvoertuigen, al dan niet met behoorlijk wat tierelantijnen en opsmuk. Opvallend genoeg maakt Wortel de wagens zelf niet voor de verkoop, maar doet hij het puur als hobby. „Er zijn heel wat boeren, liefhebbers en verzamelaars geweest die vele duizenden euro’s hebben geboden, maar geen enkel bedrag staat tegenover het plezier dat ik eraan beleef”, zegt hij vastberaden. Zo af en toe spant Wortel zijn paard voor een van de wagens en maakt een ritje door zijn woonplaats.
Als timmerman heeft de ambachtsman zoveel voor anderen gemaakt, dat hij zijn bewerkte wagens nu voor zichzelf houdt. „Ze staan allemaal in mijn museum, waar ik me regelmatig terugtrek. Ook komen er jaarlijks duizenden liefhebbers, scholieren en medewerkers van bedrijven op bezoek.”
En dat is niet gek, want zijn creaties zijn fascinerend. Soms is Wortel met een wagen –volledig van hout en versierd met snijwerk– 2000 uur bezig. Wortel doet het in zijn eigen tempo. „Ik ben gepensioneerd en heb geen haast meer.”
Al in zijn kinderjaren was Wortel gefascineerd door de wagens, waarop de eigenaren vroeger niet alleen voedsel vervoerden, maar waarmee ze ook naar de kerk gingen. „Mijn vader had een antiekzaak en kocht na de Tweede Wereldoorlog uit de gratie geraakte boerenwagens op. Er waren inmiddels tractoren en veel moderne wagens van metaal en met luchtbanden. Vader haalde van de boerenwagens het uitbundige snijwerk met bladgoud af, dat door vet en stof onherkenbaar was geworden. Dat maakte hij netjes schoon en verkocht hij als decoratiemateriaal.”
Uiteindelijk zette Wortel het werk van zijn vader in zijn vrije tijd voort en op z’n veertigste begon hij met de bouw van complete nieuwe wagens. Dit ambacht moest hij zichzelf aanleren, want al decennia lang is er geen opleiding meer voor.
Momenteel staan er zes houten exemplaren in het museum en Wortel is druk bezig met de vervaardiging van nog twee wagens. „Er zit veel timmerwerk in zo’n wagen en het houtsnijwerk een ambacht op zich. De slechtste wagenmaker is nog altijd een goede timmerman.”