„Werk dat je niet mee naar huis neemt”
AMSTERDAM (ANP). Vanaf half acht komen ze binnen druppelen bij de werkstrafunit in Amsterdam, om acht uur stipt gaat de deur dicht. Allemaal mannen die een werkstraf moeten uitvoeren. Ze moeten hun telefoon inleveren en worden ingedeeld in een busje, bijvoorbeeld om te gaan schoffelen in Zuid-Oost of te prikken in Watergraafsmeer. Een zichtbaar dronken man komt zich ziek melden. „Ook even langs de dokter, hoor”, draagt een van de werkmeesters hem op.
Sommige mannen die zich melden, moeten nog maar een paar uur. Anderen zitten aan het begin van hun straf van 240 uur, goed voor dertig dagen werken.
Werkmeester Arjan gaat met een groepje van vier mannen naar het Amstelpark. Ze zijn er bezig met het aanleggen van paden met grote paarsgrijze leistenen. „Ik vind dat vroege opstaan wel lekker”, zegt een van de jongens die Arjan onder zijn hoede heeft. „Dat was al een tijd geleden.”
„We krijgen hier ook mensen die nog nooit in hun leven gewerkt hebben”, vertelt Arjan. „Die leren heel wat.”
Lucas (29) heeft een werkstraf van 240 uur gekregen voor een mishandeling. Tijdens een vechtpartij heeft hij iemand verschillende breuken in zijn gezicht bezorgd. In het dagelijks leven is hij manager („ik verdien een ton per jaar”) en daarnaast volgt hij een opleiding.
Lucas’ collega’s weten niet dat hij vandaag in een werkjas van de reclassering een greppel staat te graven aan het begin van het pad in het Amstelpark, zodat de steentjes op hun plek blijven liggen. „Ze denken dat ik een week vrij heb genomen om te studeren voor mijn examens”, vertelt hij. „Eigenlijk vind ik dit wel lekker. Fysiek bezig zijn. Het is werk dat je niet mee naar huis neemt. Dat heb ik bij mijn normale baan wel.”
Bas gelooft niet zo in de effectiviteit van werkstraffen. Hij is inmiddels vijftig, maar is al sinds hij jong was een vaak geziene gast in de rechtbank. „De nazorg moet veel beter”, vindt hij. „Ik zie ze nu ook, de jongens zoals ik toen, als ze klaar zijn met hun werkstraf hebben ze nog steeds geen werk en geen toekomstperspectief. Pas als daar meer aandacht voor is, komt het misschien goed met ze.”
Werkmeester Arjan is positiever over de aanpak. „De jongens zijn trots op wat ze hier doen. Door het werk hier wordt het toch een beetje ’hun’ Amstelpark. Afgelopen zomer had ik er een die het jammer vond dat zijn taakstraf erop zat. Een van de mannen die op de groendienst werkt in het Amstelpark, is begonnen als werkgestrafte. Dat is de boon in de taart hoor, maar toch.”