Historische samenwerking tussen Engelse en Schotse Kerk
LONDEN. De Church of Scotland en de Church of England gaan samenwerken. Dat hebben beide kerken vorige week bekendgemaakt.
De Columba Declaration, zoals de 15 pagina’s tellende overeenkomst over samenwerking heet, „erkent de sterke relatie die er al is tussen beide kerken en zal helpen om nieuwe initiatieven aan te moedigen en te ondersteunen.” Er is bijvoorbeeld sprake van samenwerking bij sociale vraagstukken. Zo stichten beide kerken dit jaar een gezamenlijke Mutual Credit Union, als antwoord op de behoefte aan goedkope leningen voor lage inkomens. Ook overleggen de kerken regelmatig samen over armoede en hulpverlening aan vluchtelingen.
De verklaring is voorbereid door een studiegroep met geestelijken uit beide kerken. Ze ontleent haar naam aan de monnik Columba (521-597), stichter van een klooster op het eiland Iona dat de kern werd van een netwerk van abdijen en bisdommen in de Keltische wereld.
De tekst moet nog definitief worden goedgekeurd door de Church of England en de Church of Scotland. Dat zal naar verwachting gebeuren in februari door de generale synode van Anglicaanse kerk in Engeland. De Schotse kerk zal zich er in mei over zal buigen.
„Wij geloven dat goedkeuring van de Columba Declaration door onze twee kerken een belangrijke stap betekent in de lange geschiedenis van hun relatie”, aldus de opstellers. „Goedkeuring bevestigt de plek waar we nu staan en opent nieuwe mogelijkheden voor de toekomst.”
De Columba Declaration komt „op een erg kritiek moment voor het bestaan van het Verenigd Koninkrijk”, aldus de opstellers. Daarmee verwijzen ze naar de referenda over de onafhankelijkheid van Schotland dat plaatsvond in 2014 en over het Britse lidmaatschap van de Europese Unie dat gepland staat in 2017.
De Anglicaanse Kerk ontstond in 1534, toen koning Hendrik VIII van Engeland de band met de Rooms-Katholieke Kerk verbrak. De Church of Scotland ontstond in 1560, via de Reformatie in Schotland onder leiding van John Knox. In de 17e eeuw was er grote verdeeldheid in de Engelse en Schotse kerk over de zeggenschap van de vorsten over de kerk, de kerkregering en de liturgie. Sinds de totstandkoming van het Verenigd Koninkrijk van Engeland en Schotland in 1707, is er niet eerder zo’n uitgebreide samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de beide kerken.