CDA-ministers: Moeite met ambtsgebed
Diverse ministers, zowel van VVD- als van CDA-huize, achten het uitspreken van een ambtsgebed voorafgaand aan een gemeenteraadsvergadering in strijd met de scheiding tussen kerk en staat. Onder hen ook minister Donner van Justitie.
Dat bleek maandagavond in het televisieprogramma ”De achterkant van het gelijk”, waarin oud-staatssecretaris en VARA-coryfee Marcel van Dam zes ministers confronteerde met „ethische dilemma’s.” Zo ook de vraag of zij het strijdig vinden met de scheiding tussen kerk en staat wanneer „in een nogal christelijke gemeente de burgemeester de raadsvergadering opent met gebed.”
Vice-premier Zalm (VVD, Financiën): „Ja, eigenlijk wel. Ik weet dat het gebruikelijk is, maar hij moet het maar thuis doen, voordat hij naar de raad gaat.” Minister De Geus (CDA, Sociale Zaken): „Ik zou hem dat ook afraden. Het feit dat je een christelijke overtuiging hebt, betekent nog niet dat je er in de openbare uitoefening van je ambt allerlei godsdienstige uitingen bij haalt.” Minister Donner (CDA, Justitie): „Wij achten dat, denk ik, op dit moment daarmee in strijd.”
Donner nuanceerde nog wel dat wanneer de gehele raad erachter zou staan het misschien vergelijkbaar is met het lezen van „een stukje Thorbecke.” Desalniettemin reageren de christelijke fracties in de Tweede Kamer onthutst op de uitspraken. Ook politici in gemeenten waar het ambtsgebed nog functioneert, zijn verbaasd. CDA-kamerlid Spies verwijst naar de bede die twee jaar geleden door het eerste kabinet-Balkende weer in de Troonrede werd opgenomen. „Dat hebben wij als CDA-fractie met veel genoegen begroet. We hebben het zeker niet ervaren als inbreuk op de scheiding tussen kerk en staat. Als minister Donner nu ten aanzien van het ambtsgebied iets anders beweert, wil ik dat serieus nemen, maar het verrast me wel.”
ChristenUnie-leider Rouvoet noemt het „zeer te betreuren dat ministers van christelijken huize zo makkelijk meegaan in de huidige tendens van een overtrokken en doorgeschoten neutralisme.” Hij herkent het argument van Zalm dat christelijke politici maar thuis moeten bidden, en vindt het „een zwaktebod dat CDA-ministers daar geen weerwoord tegen hebben.”
SGP-leider Van der Vlies spreekt van een „uitermate betreurenswaardige stellingname.” Hij benadrukt dat het de overheid als dienares van God past om om wijsheid te bidden. Hoewel hij zich realiseert dat CDA’ers daar doorgaans anders tegenaan kijken, verbazen hem de uitspraken van De Geus en Donner. „In het lokale bestuur heb ik het CDA juist leren kennen als pleitbezorger van het ambtsgebed.”
Volgens burgemeester Oosterhof van Kampen, VVD’er en „belijdend gereformeerd synodaal”, onderschatten de ministers het gebed. „Dat is niet aan een kerkgenootschap verbonden en heeft dus niks te maken met de scheiding tussen kerk en staat. Wij zijn gewoon een christelijke natie. Onze Koningin regeert bij de gratie Gods.” Zijn CDA-collega Van Hemmen uit Nunspeet heeft „geen enkele behoefte” aan discussie over het ambtsgebed. „Ik wil het in Nunspeet onverkort handhaven. Het sluit aan bij een belangrijk deel van de bevolking. Bovendien draag ik het met innerlijke overtuiging.”