Na 70 jaar orgelspelen houdt Berend Dekker ermee op
BERGHUIZEN. Als hij speelt, gaan de ogen soms dicht. De oude vingers huppelen over het ivoor, de schoenen dansen op het voetklavier. Zeventig jaar lang bespeelt Berend Dekker (85) tijdens de erediensten het barokorgel van de gereformeerde kerk in het Drentse Berghuizen.
Als op eerste kerstdag de laatste tonen van het Ere zij God wegebben, is een tijdperk voorbij. „Ik word binnenkort 86 en ik ben niet meer zo bedrijfszeker. Er kan zomaar wat gebeuren. De jaartjes gaan tellen, de handen worden wat stram en ik onderging al twee hartoperaties. Ik wil van die speelverplichting af. Behalve het spelen moet je ook altijd oefenen, want ik neem het leiden van de eredienst erg serieus.”
Dekker stopt ook met het spelen in de hervormde kerk in buurdorp Koekange, waar hij zestig jaar actief was. „De lofzang gaande houden, dat vind ik heel belangrijk. Als ik speel, voel ik God. Ik verloor in mijn leven twee vrouwen. Dat is de prijs van de ouderdom. Zonder God zou het bestaan leeg zijn. Nu is er troost en steun. Ik ben dankbaar dat ik hier zit, dat ik spelen kan. Ik voel mij gezegend.”
Op zijn veertiende werd Dekker gevraagd om de gemeentezang van de gereformeerde kerk in Ruinen te begeleiden. Anderhalf jaar later bespeelde hij het orgel in Berghuizen. Het spelen had hij zichzelf aangeleerd. Later leste hij bij Henk Pijlman in Meppel, waar hij noten leerde lezen.
Een mensenleven achter het muzikale ivoor zitten, dat is weinigen gegeven. Bijzonder? „Lang is het wel, hè. Even knipperen met de ogen en het is voorbij.”