Kerstverhalen om op te eten
Uitgeverij Mozaïek pakt in de kerstverhalenbundel ”Het kerstpakket” uit met „zoete en zoute, kruidige en sappige verhalen”, zestien in totaal. Vertrouwde smaken zitten erin, maar ook verrassende.
De bundel bevat bijdragen van bekende auteurs en van debutanten. Verhalen waar je even gemakkelijk in rolt als uit rolt, waarvoor je geen inspanning hoeft te leveren. Waarbij je soms zelfs ademloos een bladzijde omslaat.
De ene schrijver beheerst het ”show, don’t tell” (laten zien in plaats van beschrijven) meer dan de andere. En niet alle verhalen hebben een vernieuwend decor. Iets wat soms wordt goedgemaakt door een subtiel beschreven moraal of een onverwachte wending. Andere bijdragen pakken vanaf de eerste regel. Sytse van der Veen onderscheidt zich bijvoorbeeld door zijn frisse verteltrant zonder opsmuk, Nine de Vries door een originele invalshoek.
Ria Borkent tilt haar verhaal op een hoger niveau met prachtige zinnen als: „De timmerman blijft bij Maria (…) met eikenhouten volharding”, en: „Zijn gezicht kreukelt op een prettige manier, alsof ieder lijntje weet hoe het moet lopen.”
Twee verhalen voeren de lezer op een min of meer vergelijkbare manier mee naar de zompige modder van de loopgravenoorlog in de vroege twintigste eeuw. De verbroedering die tijdens Kerst tussen de strijdende partijen ontstond, blijft blijkbaar tot de verbeelding spreken.
In ”Deze veel te mooie vrouw” plaatst Arie Kok de lezer aan de bar van een hotel waar een tenor en een prostituee samen een glaasje drinken. Geen kerstromantiek of te zoete tonen van deze schrijver. Juist hierdoor is hij in staat de essentie van het decemberfeest in zijn verhaal te vatten.
Op een mooie manier doet ook Marieke Luiten dat. Luiten debuteerde in 2014 bij Mozaïek met ”Vleugelslag”. De ik-persoon in haar verhaal is een achtjarig meisje dat worstelt met een spraakgebrek. De beklemming wordt groter naarmate het moment dichterbij komt waarop ze aan tafel het kerstevangelie moet voorlezen.
De bijdrage van Helga Warmels gaat over niet veel meer dan een autorit van twee oude mensen die naar een kerstdiner rijden. Toch zit er spanning in het verhaal. Bovendien laat de schrijfster door de bijna tedere beschrijving de kracht van hun liefde zien. Tussen de regels door lees je hoe de hoofdpersonen zich aan elkaar vastklampen uit angst om hun afhankelijkheid –en daarmee elkaar?– te verliezen. Warmels koos ervoor om niet naar het heilsfeit te verwijzen.
Het laatste kerstverhaal in de reeks is van Tineke Smith. Hier ligt misschien een bewuste keuze aan ten grondslag, want het relaas van een rouwende vader grijpt je van begin tot eind bij de keel. Dat de beschreven geschiedenis de werkelijkheid is van veel mensen in ontwikkelingslanden, maakt het verhaal des te aangrijpender. „Elke dag vertrapt en verbrijzeld worden, uitgewrongen en uitgespuugd, alleen goed genoeg om stampende machines gaande te houden.” Hoop is er gelukkig ook. „Ik weet dat ik zal bovenkomen, dat ik het licht zal zien, de zon zal voelen, dat ik zal ruisen en dansen, gekleed in gouden weefsels.” Dit is een van de verhalen uit de bundel die je gastvrij onthalen, en je niet zomaar laten gaan.
Het boek besluit met zeven tips die kunnen helpen bij het schrijven van een kerstverhaal.
Boekgegevens
”Het kerstpakket”, Joke Verweerd, Marieke Luiten, Arie Kok e.a.; uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2015; ISBN 978 90 2399 491 6; 164 blz.; € 14,90.