„We hebben hulpverzoeken gekregen van mensen die al een week in hun kelder zitten”, vertelt Ferhat Encü, een parlementslid voor de pro-Koerdische partij HDP. Volgens Encü, die momenteel in Silopi verblijft, zijn veel gebouwen vernietigd en is de stad omsingeld door tanks. Dode lichamen blijven op straat liggen, omdat het door het aanhouden van de gevechten te gevaarlijk is om ze weg te halen, schetst hij.

De strijd tussen de PKK en het Turkse leger laaide afgelopen zomer weer op, na een wapen­stilstand van ruim twee jaar. Turkse troepen doodden afgelopen week volgens bronnen binnen het leger minstens 110 PKK-strijders. Uit het gebied in Zuidoost-Turkije waar de strijd woedt, komt weinig informatie van onafhankelijke journalisten en andere waarnemers.

De PKK pleegt regelmatig aanslagen op het leger en de politie. Maandag kwamen in het zuid­oosten twee Turkse militairen om het leven doordat een bermbom bij hun voertuig explodeerde. Zes andere inzittenden raakten gewond.

China, Groot-Brittannië en de VS werken intussen samen met Rusland om de informatie te achterhalen van de beschadigde zwarte doos van een Russisch gevechtsvliegtuig dat eind november werd neergehaald in het grensgebied van Syrië en Turkije.

Het is op dit moment nog niet mogelijk om veel informatie te achterhalen, omdat de zwarte doos van het toestel zeer zwaar beschadigd is. Dat meldde het Russische ministerie van Defensie maandag volgens het Russische persbureau Sputnik.

Turkse gevechtsvliegtuigen schoten op 24 november een Russische Soe-24 neer, omdat die volgens Ankara het Turkse luchtruim schond. Rusland stelt dat het toestel boven het noord­westen van Syrië in actie was tegen jihadisten.

De spanningen tussen Turkije en Rusland waren al hoog opgelopen, omdat Russische vliegtuigen bombardementen zouden uitvoeren op Turkmenen die tegen jihadisten vechten.