Binnenland

Uitgever met passie voor de sterrenhemel

Amersfoorter Rob Walrecht steekt zijn enthousiasme over sterrenkunde niet onder stoelen of banken. „Ik lees of hoor er van alles over. Dan denk ik: wauw, dat wil ik delen.”

Bart van den Dikkenberg

21 December 2015 20:06Gewijzigd op 16 November 2020 00:13
Walrecht. beeld Ruben Schipper
Walrecht. beeld Ruben Schipper

Wat Walrecht weet, wil hij aan anderen overdragen. „Dat was ooit een hobby naast mijn werk, het is mijn passie geworden en nu zie ik het vooral ook als missie.”

Een leek zou van zijn stoel vallen als hij hoort wat Walrecht allemaal aan kennis heeft opgedaan. Als de Amersfoorter eenmaal op zijn praatstoel zit, is er geen houden meer aan. Het gesprek in zijn woonkamer gaat algauw over cubewano’s, scattered disc-objects en plutoïden. Walrecht krijgt er niet gauw genoeg van.

Maar gelukkig geeft hij er zelf ook de uitleg bij. In zijn boekenserie ”Genieten van de sterrenhemel”, die zijn uitgeverij Rob Walrecht Publications in haar dertigjarig bestaan uitgaf, wordt de lezer stap voor stap ingewijd in de wereld van de sterrenkunde.

„Mensen beleven daar plezier aan. Er gaat een wereld voor hen open. De eerste reactie is vaak: sterrenkunde is moeilijk. Dan zeg ik: Nee, het is genieten. Als mensen plezier beleven aan het kijken naar de nachtelijke sterrenhemel, heb ik hen al een drempel over geholpen. En de rest kunnen ze leren.”

Walrecht geeft ook cursussen op scholen over sterrenkunde. „Als ik daar iets vertel over mijn passie, dan vinden mensen dat interessant, merk ik. Ik geniet als ik anderen kan laten meegenieten.”

Recent vierde hij het dertigjarig bestaansjubileum van zijn uitgeverij met de uitgave van een set bouwplaten, een herziene versie van zijn planetenpad en het boek ”De oerknal”.

„De presentatie van mijn nieuwe producten liep bijna mis. Veertien dagen voor het jubileumfeestje was er nog niks gedrukt. Het bleef spannend tot het laatste moment”, blikt Walrecht terug.

„De bouwplaten waren zo goed als klaar. Omdat ik lijd aan het chronisch vermoeidheidssyndroom, heb ik niet altijd de energie om dingen perfect af te werken. Maar door de inzet van mijn vrouw en een aantal vrienden is het allemaal op tijd goed gekomen. Fouten ben ik nog niet tegengekomen.”

Bij de bouwplaten (zie kader ”Knutselen en kijken”) en het planetenpad (zie kader ”Op pad met planeten”) levert de uitgever geen handleiding. Deze is te downloaden op zijn website.

Is dat een bewuste keuze?

„Jazeker. De bouwplaten zouden met handleiding algauw 5 euro duurder worden. Bovendien, gedrukt is gedrukt; nu kan ik de pdf’s echter gemakkelijk aanpassen. Onduidelijkheden zijn in een handomdraai verbeterd en goede tips zijn zo toegevoegd.”

Het planetenpad is niet helemaal nieuw; ook in 2003 presenteerde Walrecht zo’n serie kaartjes. Elk kaartje bevat tal van gegevens over het betreffende hemellichaam: de zon, een planeet, een maan of een ander object.

Hoe werkt zo’n planetenpad?

„Ik heb alle afstanden in het zonnestelsel gedeeld door 100 miljard. Op die schaal is bijvoorbeeld de afstand tussen de zon en de aarde 1,50 meter, van de zon tot Jupiter 7,85 meter. Op deze afstanden kun je de kaartjes met de gegevens van de planeten ophangen of neerzetten. Mensen krijgen zo een idee van de afstanden in het zonnestelsel.

Ik maak het meestal nog wat spannender door te vertellen dat de dichtstbijzijnde ster, Proxima Centauri, zich –op de schaal van 1:100 miljard– op 401 kilometer afstand bevindt; dat is ongeveer in Londen. Verder, als ik 1000 kilometer in alle richtingen kijk, bevinden zich daar maar 23 sterren: 6 knikkers, 2 kersen en 15 kopspelden als we alle afmetingen door 100 miljard delen. In onze buurt is het heelal verder leeg. Mensen vinden dat soort dingen ontzettend interessant, merk ik.”

Wat is er bij het nieuwe planetenpad anders dan bij het oude?

„Ik heb alle gegevens op de kaartjes geactualiseerd. De wetenschap heeft in die twaalf jaar ook niet stilgezeten. We weten nu veel meer van planeten en het zonnestelsel als in 2003. Allerlei getallen, zoals de diameter van de planeet en de afstand tot de zon, zijn bijgewerkt tot de huidige stand van de wetenschap.

Verder is er nu een aanvulset verkrijgbaar met allerlei hemellichamen. Ik kon daarmee alle kanten op. Maar ik wilde iets doen met de grenzen van ons zonnestelsel en bepaalde gebieden met kleine objecten, zoals de Planetoïdengordel. Daarom zitten daar nu bijvoorbeeld kaartjes bij van scattered disk-objects, cubewano’s en plutoïden, hemellichamen die in de buitenste regionen van ons zonnestelsel rondzweven.”

Zijn er ook gegevens die u er niet op kwijt kon?

„Bijvoorbeeld de massa van de planeten ten opzichte van de zon. Als ik alle planeten samen voorstel als één pak suiker, weegt de zon in verhouding 750 pakken suiker. Van dat ene pak is ruim 700 gram voor de planeet Jupiter, voor Saturnus 210 gram en voor de vier kleine binnenplaneten maar 15 gram.”

Wie hebt u op het oog met die bouwplaten en de kaartjes?

„Ik bevind me niet in de luxepositie om spullen te maken voor een specifieke doelgroep. Daar is mijn uitgeverij simpelweg te klein voor. Ik richt me wel altijd op leken, mensen die weinig van het heelal afweten.

De bouwplaten zijn geweldig leuk voor jongeren, maar ook volwassenen leren er veel van. Voor scholen zijn de bouwpakketten goedkope hulpmiddelen om kinderen iets uit te leggen over het heelal. De meeste mensen krijgen op school weinig mee van sterrenkunde.”

Hoe bent u daarachter gekomen?

„Ik kom al sinds 1980 op basisscholen en op het voortgezet onderwijs. Ik verzorgde daar lessen sterrenkunde. Die zijn vaak ontzettend basaal. Met een driedimensionaal model leg ik uit hoe ons zonnestelsel er in grote lijnen uitziet. Een andere les ging over de bewegingen aan de sterrenhemel die de dag, het jaar, de seizoenen en de maanfasen veroorzaken. Meestal kom ik niet veel verder.

Vorige week gaf ik een workshop sterrenkunde aan een groep natuurkundeleraren van het voortgezet onderwijs. Ik dacht: die zullen mijn betoog wel verschrikkelijk saai vinden, want ze weten alles al. Niet dus. Ik heb zelden zo’n betrokken groep meegemaakt en zo veel leuke vragen gekregen.”

Uw missie is dus nog niet klaar.

„Dat niet, maar een beginnende amateur-astronoom kan nu vrij simpel starten. Mijn starterskit bevat alles wat hij moet weten: mijn posters en boeken zijn nog steeds actueel, en mijn planisferen blijken in de praktijk heel goed te werken om sterren te herkennen. Niet voor niets zijn ze al in veertien talen verschenen.”

Wat kunnen we nog van u verwachten?

„Ik ben al 56, dus ik zal een keer moeten gaan afbouwen. Een opvolger heb ik nog niet, maar ik hoop dat er iemand geïnteresseerd is om mijn bedrijfje voort te zetten.

Volgend jaar kom ik in ieder geval met een gratis brochure over de ster van Bethlehem. Zo’n link tussen wetenschap en geloofsbeleving spreekt mensen enorm aan, of je nu christen bent of niet.”

www.walrecht.nl


Knutselen en kijken

Rob Walrecht presenteerde recent de Astroset ”maan en planeten”, een tweetal nieuwe bouwplaten over de maan, de aarde en de planetenbanen.

De eenvoudigste is het Aarde-Maanmodel. Het bestaat uit een ronde grondplaat en twee rechtopstaande kartonnen platen: de ene met een groot kijkgat, de andere met daarop afgebeeld een sterrenhemel.

Op de ronde grondplaat is een losse, ronde plaat aangebracht. Daarop is een kraal op een stokje bevestigd die de maan voorstelt. De plaat draait om een tweede stokje in het midden waarop de ‘aarde’ is bevestigt.

Door het model aan één kant te verlichten, en de bovenste plaat met de maan daarop te verdraaien, worden de schijngestalten van de maan zichtbaar. Walrecht: „Waarom lijkt de maan soms van vorm te veranderen en hoe ontstaan zons- en maansverduisteringen.”

Een slag groter is het Tafelplanetarium, met een doorsnede van 28,5 centimeter. In het planetarium draaien op kartonnen schijven kralen op een stokje rond om een centrale kraal die de zon voorstelt.

In het planetarium zijn alleen de planeten Mercurius, Venus, Aarde en Mars weergegeven. „Anders zou het planetarium veel te groot worden”, verklaart Walrecht zijn keuze. Door de schijven te verdraaien kan de stand van de planeten op elk moment van het jaar worden gesimuleerd.

Het planetarium heeft een opstaande rand met kijkgaten. Aan de binnenzijde is de rand voorzien van sterrenbeelden. Aan de buitenzijde staat bij elk kijkgat een datum die correspondeert met de sterrenhemel aan de binnenzijde.

„Met het Tafelplanetarium leer je alles over de bewegingen van de planeten om de zon, en ten opzichte van de sterrenhemel”, legt Walrecht uit. „Zo kun je zien in welke richting de planeten om de zon bewegen, hoe de zon en de planeten ten opzichte van de sterrenhemel in oostwaartse richting bewegen en waardoor ze soms een tijdje de verkeerde kant op lijken te gaan of een poosje onzichtbaar zijn voor ons.”

In de praktijk blijken de bouwpakketten eenvoudig in elkaar te zetten. De maan en de planeten kunnen worden geverfd in hun kleur, terwijl de stokjes zwart moeten worden gemaakt. Dit lukt ook goed met een zwarte stift. De constructie van de planeten op hun stokjes oogt wat fragiel. Maar in de praktijk valt dat mee. Met goede lijm en een beetje geduld blijven ze ten slotte fier rechtop staan.

Mede n.a.v. ”Astroset maan en planeten”, Rob Walrecht Publications 2015, ISBN 9789077052464, vanaf € 24,95.


Op pad met planeten

De afstanden in het heelal zijn immens. Ze overschrijden met gemak de miljoen kilometers. Om wat begrip te kweken voor de verhoudingen in het heelal publiceerde Rob Walrecht ter gelegenheid van het 30-jarig jubileum van zijn uitgeverij ”Je eigen planetenpad”.

De basisset bestaat uit zestien kartonnen kaartjes, waarop onder meer de zon, de maan, de planeten en alle vijf de dwergplaneten staan afgebeeld.

Aan de voorkant van elk kaartje staan puntsgewijs de belangrijkste gegevens vermeld. Bijvoorbeeld de afstand van de planeet tot de zon, de diameter, de duur van een jaar, de duur van een dag, het aantal manen en de samenstelling van de atmosfeer.

De achterzijde van elk kaartje geeft een uitgebreide beschrijving van het hemellichaam. Walrecht beschrijft de ontstaansgeschiedenis van het hemellichaam zoals de hedendaagse wetenschap die leert. Dat daarbij miljarden jaren om de hoek komen kijken, is dan ook geen verrassing.

Verder wordt op de kaartjes de grootte van de planeten vergeleken met die van de zon op een schaal van 1 op 100 miljard (1 millimeter is in het echt 100.000 kilometer). Als de zon dan een knikker van 14 millimeter is, is de aarde een korrel fijn zand van 0,13 millimeter, en is Jupiter een kopspeld van 1,4 millimeter groot.

Hetzelfde heeft Walrecht gedaan met de afstanden. Op dezelfde schaal zou de aarde op 1,5 meter van de zon staan en Jupiter op 7,85 meter.

In de praktijk kunnen de afstanden in het zonnestelsel handen en voeten krijgen door de kaartje ook op deze afstanden van elkaar te plaatsen. Bijvoorbeeld in een lange gang van de school. Walrecht: „Dat maakt het model ook zo aantrekkelijk voor scholen. Kinderen en leraren kunnen actief aan de slag met afstanden en afmetingen en tevens wat leren over het heelal.”

De kaartjes zijn voorzien van gaatjes om ze op te hangen en van kartonnen steunen om ze stabiel neer te zetten.

Om het zonnestelsel op één lijn achter elkaar te zetten, is een gang van minstens 59 meter nodig. Op die afstand bevindt Pluto zich namelijk in het schaalmodel.

Buiten kan natuurlijk ook. Walrecht klemt ze dan zelf vast aan een houten stok waaraan een wasknijper is vastgelijmd.

Voor wie de basisset te beperkt vindt, biedt Walrecht een uitbreidingsset aan. Met onder meer planetoïden, de Kuipergordel, de veronderstelde Oortwolk, kometen en de ruimtesondes Voyager I en II. De gang moet dan minimaal 197,4 meter zijn, of er moeten zestien extra houten stokken met wasknijper worden ingezet.

Mede n.a.v. ”Het zonnestelselmodel: je eigen planetenpad”, Rob Walrecht Publications 2015, basisset ISBN 9789077052440, € 14,95; aanvulset ISBN 9789077052457, € 17,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer