Denktank moet „zwarte gaten” in kerkelijk landschap voorkomen (fotoserie)
NIJKERK. Richt een landelijke denktank op om te praten over de „zwarte gaten” in kerkelijk Nederland: plekken op de landkaart waar het Evangelie niet helder meer schijnt. Daarvoor pleitte prof. dr. H. J. Selderhuis gisteren.
De hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) lanceerde zijn idee tijdens een symposium in Nijkerk. De bijeenkomst in De Schakel was georganiseerd door het Kantoor der Kerkelijke Goederen en het Kantoor der Kerkelijke Administratie (KKG en KKA), die vooral actief zijn binnen gemeenten in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Het symposium werd gehouden ter gelegenheid van het afscheid van directeur H. Wobben.
Virtuele gemeente
Prof. Selderhuis kwam met zijn stelling tijdens een discussie met dr. A. J. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk, over de toekomst van de kerk. Gespreksleider ds. G. de Fijter vroeg hen naar de witte vlekken op de kerkelijke kaart, plaatsen zonder gemeente. Prof. Selderhuis wilde niet spreken van witte vlekken maar van zwarte gaten, omdat daar het licht van het Evangelie niet helder meer schijnt. Hij stelde voor om „met elkaar” op korte termijn een denktank op te zetten om te kijken wat er gedaan kan worden.
Desgevraagd lichtte hij toe dat hij denkt aan een overleggroep van mensen uit verschillende kerkelijke gemeenten en personen die verstand hebben van kerkelijk vastgoed. Dit overleg zou een landelijk karakter kunnen dragen. De hoogleraar zei dat hij zo nodig een voortrekkersrol wil spelen en dat geïnteresseerden bij hem terechtkunnen.
Hij liet nog een andere proefballon op, namelijk een virtuele gemeente van christenen uit allerlei kerken. Het gaat er hierbij om in een bepaalde omgeving de namen van alle christenen in een bestand in te voeren. Hierdoor kunnen christenen in een bepaalde wijk of regio elkaar beter leren kennen en kunnen ze bepaalde zaken, zoals een zangavond, samen organiseren.
Kerkmuren
Dr. Plaisier zei de indruk te hebben dat kerkmuren in onze tijd nog maar weinig betekenis hebben. Hij hoopt dat het zich zal vertalen in een nieuwe manier van samen kerk-zijn.
De scriba van de Protestantse Kerk vindt het een bekrompen manier van denken als de overheid niet langer informatie wil verstrekken aan de kerken over de verhuizing van hun leden. „Hoe kan de overheid het hebben over een participatiesamenleving, waarbij kerken worden ingeschakeld, en tegelijk deze lichte dienstverlening aan de kerken weigeren?”
D66 wil –gesteund door VVD en PvdA– een einde maken aan de zogenoemde SILA-stip die kerkleden hebben in de gemeentelijke basisadministratie. Gemeenten verstrekken gegevens over verhuizing, huwelijk en scheiding van burgers met zo’n digitaal kenmerk aan de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie. De stemming over de motie van D66 staat gepland voor februari.
Er ontstond discussie over het eventueel verhuren of verkopen van een kerkgebouw aan een migrantenkerk. Dr. Plaisier stelde voor om in voorkomende gevallen een kerk zo nodig beneden de maximale prijs te verkopen.
Een kerkrentmeester van de protestantse gemeente Amsterdam adviseerde om tegelijk creatief en commercieel met de gebouwen om te gaan. Zo kan de Keizersgrachtkerk in Amsterdam mede dankzij verhuur behouden blijven voor kerkelijk gebruik.
Ontzorgen
Wobben ging in gesprek met drs. C. de Raadt, vicevoorzitter van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) in de Protestantse Kerk in Nederland. Hij zei dat de samenwerking tussen KKG/KKA en de VKB steeds beter wordt. ”KerkDialoog”, een vorm van procesbegeleiding, is een gezamenlijk product van beide organisaties. Een gezamenlijk symposium zagen beiden wel zitten.
Maar er blijven verschillen. Wobben zei dat het Kantoor der Kerkelijke Goederen en het Kantoor der Kerkelijke Administratie veel doen om kleine gemeenten te ondersteunen. Als de colleges van kerkrentmeesters in kleine gemeenten niet meer goed bemenst kunnen worden, zou KKG/KKA eventueel taken kunnen overnemen. Drs. De Raadt denkt daar anders over. „Ontzorgen kan leiden tot het weghalen van verantwoordelijkheid op plaatselijk niveau. De vitaliteit bij de colleges van kerkrentmeesters moet terugkomen.”