Minister: scholen moeten geweld aanpakken
UTRECHT (ANP). Scholen moeten zelf agressie en geweld aanpakken als ze daarmee geconfronteerd worden, of dat nu gericht is tegen leraren of leerlingen. „Dat staat in de wet. We gaan er ook van uit dat scholen dat aanpakken. Het ministerie ondersteunt scholen daarbij, met speciale programma’s. Dit is iets wat continu aandacht vraagt.”
Dat zei onderwijsminister Bussemaker vrijdag in reactie op een onderzoek van het AD en DUO Onderwijsonderzoek. Daaruit blijkt dat een op de tien meesters en juffen in het basisonderwijs en 2 procent van de leraren in het voortgezet onderwijs (vo) het afgelopen schooljaar te maken heeft gekregen met fysiek geweld door leerlingen.
Ook ouders dreigen docenten met geweld, zo blijkt. Ongeveer een op de tien leraren is uitgescholden door ouders en circa een op de twintig is door ouders bedreigd met fysiek geweld.
Een op de vijf leraren op basisscholen en in het vo is uitgescholden of op een andere manier verbaal bedreigd door leerlingen. Ook kregen leerkrachten te maken met (dreiging) van onder meer klappen of schoppen.
Voor de meeste leraren heeft overigens het fysiek en/of het verbaal geweld door leerlingen waar zij mee te maken hebben gehad geen persoonlijke gevolgen, maar ongeveer een kwart heeft minder plezier in het werk. Ongeveer een op de twaalf van hen functioneert sinds het meest recente geweld minder goed in zijn werk.
De organisatie voor basisscholen, de PO-Raad, maakt zich zorgen. „Een school, een leraar, moet zich kunnen bezighouden met het geven van goed onderwijs en niet met agressie of geweld”, zegt voorzitter Rinda den Besten.
Bussemaker stelt dat scholen er van alles aan kunnen doen om een veilige plek te zijn. Ze wees op het programma veiligheid op school en projecten tegen pesten. Ook is er een site waarop tips staan en worden conferenties georganiseerd. Uit dit onderzoek wordt niet duidelijk of de agressie afneemt of toeneemt. „Maar elk geval is er één natuurlijk”, aldus Bussemaker.
Aan het onderzoek deden in totaal 1083 leerkrachten mee. Zij vulden online een vragenlijst in.