Cultuur & boeken

Palestijnse annexatie van Bijbelse beloften

In zijn nieuwste boek, ”Geloven onder bezetting”, wil de Palestijnse christelijke theoloog Mitri Raheb een „theologie van verzet en hoop” bieden.

ds. C. G. Kant

18 December 2015 07:27Gewijzigd op 16 November 2020 00:09

Mitri Raheb is voorganger van de lutherse kerk in Bethlehem. Israël noemt hij niet Israël, maar Palestina. Israël ziet hij als een van de laatst overgebleven westerse koloniale machten die een ander volk onder­drukken. Geloof in God is volgens hem de sleutel tot de ontmanteling van Israël.

In zijn boek beschrijft Raheb dat Palestina gedurende duizenden jaren vaak bezet was door elkaar opvolgende koloniale grootmachten: Assyriërs, Babyloniërs, Romeinen, Byzantijnen, Arabieren, kruisvaarders, Ottomanen en Israëliërs. Voor hem is het huidige Palestijnse volk hetzelfde als de bewoners van het land in Bijbelse tijden waren.

Er is dan ook één voortgaande geschiedenis van het Palestijnse volk van de Bijbelse tijden tot nu, aldus de theoloog. Hun taal veranderde door de eeuwen heen van Aramees naar Arabisch, en hun identiteit van Kanaänitisch naar Palestijns. Hun religie veranderde van geloof in Jahweh naar islamitisch. Palestijnen zijn het Bijbelse Israël, en dus geen Arabieren of nazaten van Ismaël.

Verzonnen volk

Het huidige Joodse volk noemt de Palestijnse voorganger dan ook een „uitvinding”, waarvoor mythologie nodig was. Een verzonnen volk dat het land bezet, zo stelt hij. Israël is een westerse grootmacht, een imperium, dat dezelfde klassieke eigenschappen heeft als alle andere imperia in de wereldgeschiedenis. Herodes, de kruisvaarders en de Israëliërs: ze waren en zijn er allemaal op gericht om de bewoners te bedwingen met wachttorens, soldaten en checkpoints, en het land etnisch te zuiveren.

Van alle imperia is Israël volgens Raheb het ergste. De isolering van Gaza zou bedoeld zijn om onder de Palestijnse bevolking twee verschillende identiteiten te ontwikkelen die zich niet met elkaar zouden verenigen. Een verdeel-en-heerspolitiek. Israël maakt zich volgens hem schuldig aan terrorisme met martelingen en executies onder het mom van het bijbrengen van beschaving aan onbeschaafden. Zoals de Babyloniërs en de Romeinen de tempel verwoestten, zo zouden fanatieke Joden steeds proberen de al-Aqsamoskee in brand te steken in een klassieke poging om het heiligdom te transformeren tot tempel van de God van de grootmacht.

Het geloof in een terugkeren naar het land van hun voorouders noemt de auteur een voorwendsel en bindmiddel om de Israëlische samenleving bij elkaar te houden. Een Joods-christelijke mythe als onderdeel van een imperiale theologie.

Psalm 42

Zoals elk imperium in de geschiedenis is gevallen, zo zal ook eens Israël als imperium ten val komen, meent Raheb. God staat aan de kant van de Palestijnen, wanneer zij zich met Psalm 42 afvragen: „Waar is uw God?”

Raheb zegt: Toen Jezus aan het kruis uitriep: „Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” was deze hartverscheurende kreet de inleiding op de opstanding. Voor Raheb staan het sterven en opstaan van Jezus symbool voor het lijden van Palestijnen en hun toekomstige opstanding, wanneer Israël verdwijnt. Dit noemt hij de Palestijnse bezieling die de grootmacht hun niet kan afnemen. Hij citeert dan Paulus, die in 2 Korinthe 4:9 schrijft: „Wij worden neergeworpen, maar niet te gronde gericht.”

God zal eens een einde maken aan Israël, en Zijn ware volk, de Palestijnen, bevrijden. Dan moet God in actie komen met het bevel: „Laat Mijn volk gaan” (Exodus 7:26), het Palestijnse volk dus. Raheb zegt: Jezus wilde Zijn volk vertellen dat het imperium niet eeuwig duurt.

Wanneer imperia ineenstorten, zijn het de armen en zachtmoedigen die blijven. Daarvoor is geloof in God nodig onder de Palestijnen, als sleutel tot de bevrijding. De theoloog verwijst dan naar de discipelen die een jonge man niet konden genezen die door een demon was bezeten (Mattheüs 17). Als de discipelen maar geloof hadden, zei Jezus, dan zouden ze een berg kunnen verplaatsen. Als Palestijnen maar in God geloven, dan zouden ze Israël als een berg kunnen verplaatsen, volgens Raheb. De wereldwijde boycotactie (BDS) tegen Israël ziet hij naast het geloof als een noodzakelijk middel in de bestrijding van Israël.

Westerse kolonialisten

Het boek ademt geloof in Jezus en geweldloosheid. Tegelijk is het een bizarre en weerzinwekkende manier om het Joodse volk en Israël als land en volk uit te wissen. Alle Bijbelteksten waarin God tot Zijn volk spreekt, worden toegepast op het Palestijnse volk. Het huidige Israël en het Joodse volk worden volledig van hun Bijbelse en historische legitimiteit beroofd en louter bestempeld als het kwaad. Joden zijn slechts westerse kolonialisten die historisch en Bijbels nooit enige verbondenheid met het land hebben gehad. Een Palestijnse annexatie van Bijbelse beloften en verbonden.

De auteur is gereformeerd predikant te Katwijk aan Zee. Van zijn hand verscheen dit jaar het boek ”Van Eisenach naar Betlehem. Deutsche Christen en Palestijnse christenen over Joden en Israël” (uitg. Toetssteen).


Boekgegevens

Geloven onder bezetting. Een Palestijnse theologie van verzet en hoop, Mitri Raheb; 
uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2015; ISBN 978 90 239 7022 4; 111 blz.; € 12,50


Lees ook:

Een „Judenreine” Bijbel in Palestina

Historische link tussen Palestijnen en Holocaust

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer