Klagen over de kerk deprimeert
De kerk moet niet klagen over neergang en afbraak, maar haar ogen openen voor de nieuwe signalen van de Geest. En die zijn daar waar de kerk haar innige verbondenheid met de wereld laat zien. Dat is kortweg de boodschap van ”Waar blijft de kerk? Gedachten over opbouw in tijden van afbraak”.
Het is een nieuwe trend onder mensen die over de kerk schrijven om zich niet negatief te laten beïnvloeden door kwantitatieve cijfers. Auteur Erik Borgman, hoogleraar publieke theologie aan Tilburg University, sluit zich graag aan bij bisschop De Korte, die recent stelde: „Denken in termen van louter krimp dreigt ieder enthousiasme te doven.”
Het is volgens Borgman zelfs de bedoeling van de Geest om bij alle slechte nieuws over afbraak en neergang juist een reactie uit te lokken: ”dit kan toch niet?”. We moeten volgens hem niet allereerst iets doen, maar weer iets gaan ontvangen: de signalen van de Geest. Het Koninkrijk van God is nabij, waar we ook zijn. „Wie daar niets van ziet, kijkt niet goed.” Borgman hoopt dat de niet zelden beklemmende en moedeloos makende stilte in de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) omgevormd wordt tot een „geboorteplaats van creativiteit en een smeltkroes van verandering.”
Verbondenheid met de wereld
Doel van de kerk is niet haar marktaandeel vast te houden, naar invloed en macht te streven, zelfs niet zich zorgen te maken over haar positie. Het is haar taak om de wereld te dienen, in navolging van Jezus en dat is heel iets anders dan te doen wat de wereld denkt nodig te hebben. Typisch rooms-katholiek is de formulering van Vaticanum II (1963-1965) dat de kerk als het ware het sacrament is, „het teken en het instrument, van de innige vereniging met God en van de eenheid van heel het menselijk geslacht.”
Dat is ook de kern van het boek. De kerk het is teken van „Gods onherroepelijke verbondenheid met de wereld”, aldus Borgman. In Jezus gaat God tot het uiterste om Zich aan ons lot te verbinden en onze eindigheid, kwetsbaarheid, onze wanhoop en pijn, te delen. De verbondenheid tussen God en de mensen is weliswaar verborgen, maar reëel en onverbrekelijk. De balk die de kerk draagt, zo zegt Borgman Franciscus na, is de barmhartigheid, teken van Gods betrokkenheid en liefde.
Eucharistie
Daarbij is wezenlijk voor Borgman de eucharistie als het kloppend hart van de kerk. De RKK is allereerst de plaats en de gemeenschap waar eucharistie wordt gevierd, namelijk het tegenwoordig stellen van de dood en de opstanding van Jezus als uitdrukking van de Zichzelf gevende liefde van God. Daarom zou de eucharistie volgens Borgman een weg moeten kunnen wijzen naar opbouw van de kerk in deze tijden van afbraak. In de eucharistie wordt de verbinding gelegd tussen de aardse geschiedenis en het innerlijk leven van God, dat liefde is. Opvallend hoe breed en kosmisch de RKK de eucharistie waardeert: de eucharistie is „het levende centrum van het universum, de overstromende kern van liefde en van onuitputtelijk leven” (paus Franciscus).
Het valt in dit boek op hoezeer Rome de kerk ziet als de voortzetting van de incarnatie. De schepping is aangelegd op het heil en daarvan is de kerk het teken. Verfrissend is echter te lezen hoe de kerk zich niet moet laten meeslepen door de klaagzang over het verval van het instituut en afnemende ledenaantallen. Want daarmee wordt het geheim van de kerk niet aangetast.
Typisch rooms-katholiek blijft het accent op de eucharistie, maar ook op dit punt zou een correctie in protestantse kring niet overbodig zijn. Borgman maakt ons duidelijk dat de kerk relevant blijft, als we onze ogen er maar voor openen. De Geest laat Zich niet narekenen, gelukkig.
Boekgegevens
Waar blijft de kerk? Gedachten over opbouw in tijden van afbraak, Erik Borgman; uitg. Adveniat, Baarn, 2015; ISBN 978 94 9209 312 7; 158 blz.; € 19,50.