Dat zegde de bewindsman dinsdag toe aan SGP-senator Van Dijk. Die had eerder in het debat over de justitiebegroting gerefereerd aan grondwaarden die de onmisbare voorwaarde vormen voor onze democratische rechtsstaat, grondwaarden die onder druk staan, maar die nog wél gedragen en uitgedragen worden door christelijke kerken. Van Dijk zei het de minister na dat „veel joods-christelijke waarden en geboden nog steeds springlevend zijn”, maar voegde daar de vraag aan toe: „Hoelang kan de bloem van onze rechtsstaat nog bloeien als ze losraakt van die joods-christelijke wortels?” Over díé vraag verzocht de SGP-senator de minister zijn licht eens te gaan opsteken bij de kerken.

Van der Steur, die binnen het kabinet verantwoordelijk is voor contacten met kerken en religieuze stromingen, zegde dit toe. „Ik heb mij voorgenomen een cyclus van bezoeken aan kerk­gemeenschappen te zullen afleggen, alsook aan Joodse en islamitische geloofsgemeenschappen. Het eerste bezoek dat ik zal afleggen, is aan de kerk van mijn secretaresse, de Gereformeerde Gemeenten”, aldus de bewindsman dinsdag in de Eerste Kamer.