De problemen op de mbo’s hebben alles te maken met de invoering van het zogeheten passend onderwijs. Sindsdien ontvangen de scholen budgetten voor zorgleerlingen en zijn zij verantwoordelijk voor de ondersteuning.

De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) signaleert dat het niet goed gaat. Bij de organisatie kwamen dit jaar al 188 klachten binnen die direct of indirect met passend onderwijs te maken hebben: 135 gingen over het niet toelaten van studenten met een beperking, 53 over de gebrekkige begeleiding van zorgstudenten.

Het ontbreekt vaak aan gerichte en persoonlijke aandacht, zegt Kinderombudsman Marc Dullaert woensdag in de Volkskrant. „Een jongere wordt niet aangesproken op wat hij of zij kan.”

W. J. de Potter, bestuursvoorzitter het Hoornbeeck College, herkent de problematiek bij collega-mbo’s, zo zei hij woensdagmorgen. „Het Hoornbeeck College laat alle studenten toe; beperking of geen beperking.” Dat heeft er volgens De Potter mee te maken dat het Hoornbeeck de enige reformatorische mbo is. „Wij zijn er voor onze achterban, dus iedere reformatorische student moet bij ons terecht kunnen.”

Die omstandigheid schept volgens de bestuursvoorzitter een extra verantwoordelijkheid. „Als een student doof is, regelen we een doventolk. Wij proberen optimale ondersteuning te geven.”

Dat is wat anders dan maximale ondersteuning, stelt De Potter. „We zijn een beroepsopleiding, dus we bereiden ook studenten met een beperking voor op het bedrijfsleven. Daarom bouwen we de ondersteuning gedurende de opleiding langzaam af, omdat de student zoveel mogelijk op eigen benen moet kunnen staan als hij of zij aan het werk gaat.”