Zacht juk
Hebreeën 4:7
„Zo bepaalt Hij wederom een zekere dag, namelijk heden, door David zeggende zo lange tijd daarna (gelijkerwijs gezegd is): Heden, indien gij Zijn stem hoort, zo verhardt uw harten niet.”
Probeer uw zonden niet te bedekken met het vernis van huichelarij, met de fraaie glanslaag die mensen behaagt. De vlammen van het oordeel zullen het vernis op het fraaie gezicht van mensenbehagers doen smelten. Werp alles nu toch weg en kom als een arme belaste, om genade te ontvangen.
Sommigen van u bespotten de oproep tot bekering. Het enige wat we van u horen is: „Nog niet, nog niet.” De oudste onder u zegt: „Nog niet.” Jonge mannen zeggen: „Nog niet, nog niet. We zijn nog te jong om heiligen te worden. Het leven is kort, we mogen toch wel van het goede in onze jeugd genieten? U wilt toch niet dat we onze vrolijke, zorgeloze dagen in rouw en geween doorbrengen? U wilt ons toch niet in het keurslijf van een bekommerde christen stoppen of ons bezwaren met het gewicht van het kruis?”
Wanneer een ziel zijn juk op Christus werpt, dan maakt Hij dit juk makkelijk en de last licht. Er zijn jonge mannen en jonge vrouwen die de keuze gemaakt hebben en hun kruis op zich genomen hebben. Zij ondervonden dat Christus op het moment dat Hij het hun oplegde er tegelijkertijd als het ware het gewicht uitnam, door het samen met hen te dragen. En nu verheugen zij zich alle dagen over de God van hun behoud.
William Chalmers Burns, zendingspredikant in China
(”Een ernstige roepstem”, 1840)