Bisschoppen roepen op tot herbergzame samenleving
UTRECHT. De Nederlandse bisschoppen roepen op tot een herbergzame samenleving waarin vluchtelingen welkom zijn.
In een dinsdag gepubliceerde brief aan alle „medeburgers” wijzen de bisschoppen op de uitdaging die de komst van vluchtelingen meebrengt voor Nederland. „Wij leven met verwachting toe naar Kerstmis, het geboortefeest van onze Heer”, schrijven ze. „God is in Jezus Christus voor ons mens geworden om ons bestaan te delen. Hij deed dat in een kwetsbaar kind, waarvoor geen plaats was in de herberg. Een kind dat moest vluchten naar een ver vreemd land om te ontkomen aan de moordenaarshand van Herodes. Als wij nadenken over de komst van vluchtelingen naar ons land, staat ons deze ervaring van het Christuskind met Maria en Jozef voor ogen. In iedere vluchteling zien wij het gelaat van Christus Die ons zegt: „Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen (Matt. 25, 35). In iedere mens in nood komt de Heer Zelf tot ons en doet Hij een beroep op onze bereidheid om zorg en hulp te verlenen. Hij vraagt ons om barmhartig te zijn zoals Hij.”
Helpende hand, maar ook angst
De bisschoppen roepen op tot een herbergzame samenleving waarin mensen welkom zijn, vanuit wederzijds respect. „Wij pleiten voor een principiële én realistische houding: mensen in nood moeten worden geholpen. En tegelijkertijd moet onze kostbare en kwetsbare vrijheid worden beschermd. Wij hebben als mens en christen de plicht om vluchtelingen, medemensen in nood, de helpende hand toe te steken.”
De bisschoppen constateren een „grote bereidheid om vluchtelingen de helpende hand toe te steken” en „een positieve instelling bij duizenden vrijwilligers die zich melden bij opvangcentra en asielzoekerscentra.”
Tegelijk merken ze de „angst en onzekerheid over de impact die deze groep op onze samenleving zal hebben. Er heerst economische en sociale onzekerheid, er is een vertrouwenscrisis in de relatie tussen burgers en de politiek. (…) Deze begrijpelijke zorgen en onzekerheden vragen om een realistisch antwoord van hen die politieke verantwoordelijkheid dragen, van de kerken en van maatschappelijke organisaties. Samen dragen wij verantwoordelijkheid voor goed samenleven en voor het algemeen welzijn.”