De grootste menigte -volgens de organisatoren 2 miljoen mensen, volgens de politie 250.000- kwam op de been in Rome. Tienduizenden protesteerden in Londen. In Franse, Duitse, Griekse, Nederlandse en andere Europese steden vonden minder grote demonstraties plaats, evenals in Japan, Australië, India en de Filipijnen.

Betogers in Caïro, in aantal verre overtroffen door politieagenten, staken Amerikaanse vlaggen in brand. In andere hoofdsteden in het Midden-Oosten demonstreerden niet meer dan enkele honderden mensen tegen de oorlog.

In de Filipijnse hoofdstad Manilla raakte de oproerpolitie slaags met betogers, maar gewonden werden niet gemeld. In Londen klommen twee actievoerders in de klokkentoren van de Big Ben bij het parlement om een spandoek met de tekst ”Tijd voor de waarheid” af te rollen. Betogers in Rome scandeerden „moordenaars” en eisten de terugtrekking van de 2600 Italiaanse militairen uit Irak. „Oorlog vergroot alleen maar de kans op terrorisme”, zei Paolo Quadrardi, een 42-jarige monteur.

Overigens leidde de betoging in Italië tot een scheuring van de oppositiecoalitie tegen premier Berlusconi. De leider van de Linkse Democraten, de voormalige communistische partij, Piero Fassino, verliet de protestbetoging nadat hij was bekogeld met flessen en een groot aantal demonstranten zich tegen hem had gekeerd. Fassino was een dag eerder aanwezig op een door de regering gesteunde antiterrorisme-demonstratie in Rome en werd daardoor als verrader gezien.

Betogers in Madrid en Barcelona demonstreerden net zozeer tegen de oorlog in Irak als tegen de terreuraanslagen van 11 maart, die aan 202 mensen het leven kostten. Veel Spanjaarden verwijten de demissionaire conservatieve regering de terreuraanslagen over Madrid te hebben afgeroepen door haar steun aan de oorlog. De zegevierende socialisten herhaalden zaterdag hun voornemen om de 1300 Spaanse militairen uit Irak terug te halen als er niet voor 30 juni een grotere rol is weggelegd voor de Verenigde Naties. Onder de 2500 betogers in Parijs waren ook enkele Amerikanen.

In Berlijn demonstreerden ongeveer 1600 mensen. Tweeduizend betogers verzamelden zich bij de Amerikaanse luchtmachtbasis Ramstein in West-Duitsland.

Meer dan 10.000 mensen trokken op naar de Amerikaanse ambassade in de Griekse hoofdstad Athene, in Amsterdam demonstreerden ongeveer 3000 mensen. Ook in België, Noorwegen, Zwitserland, de Tsjechische Republiek, Zweden, Polen, Finland, Oekraïne en Denemarken waren betogingen.

In New York demonstreerden een paar duizend mensen tegen de oorlog. Protestbijeenkomsten waren ook gepland in andere steden, waaronder Chicago, Seattle en San Francisco.

In Tokio demonstreerden 30.000 mensen tegen de Japanse betrokkenheid bij de oorlog. Japan heeft 1000 militairen naar Irak gestuurd, zijn grootste militaire operatie buiten de eigen landsgrenzen sinds de Tweede Wereldoorlog.

In Ankara en Istanbul betoogden onder strenge politiebewaking ongeveer 10.000 mensen tegen het Amerikaanse beleid in Irak. In Jordanië en Bahrein waren kleine demonstraties, terwijl de regering in Jemen demonstraties verbood.

In India staken betogers poppen van president Bush en de Britse premier Blair in brand. Betogers in Sydney sloten een pop van premier John Howard op in een kooi, als symbool voor Australische terreurverdachten die zonder proces zijn opgesloten in een Amerikaans kamp in Guantanamo Bay op Cuba.

Twee mortiergranaten hebben gisteren het hoofdkwartier van de buitenlandse troepen in het centrum van Bagdad getroffen. Een derde granaat ontplofte in een straat voor het hoofdkwartier. Daarbij zijn twee Iraakse burgers om het leven gekomen en vijf gewond geraakt, onder wie een kind. Op het hoofdkwartier zelf vielen geen slachtoffers.

Bij een raketaanval in de buurt van Fallujah, ten westen van Bagdad, kwamen zaterdagavond twee Amerikaanse soldaten om het leven en raakten zes soldaten gewond, aldus een legerwoordvoerder.

Een Amerikaanse marinier kwam vrijdag bij een aanslag in de provincie Anbar ten westen van Bagdad om het leven. Een andere militair elektrocuteerde zichzelf bij werkzaamheden aan communicatieapparatuur op een Amerikaanse basis in Baqouba, ten noorden van Bagdad. Een Amerikaan kwam om en twee raakten gewond toen zij donderdag met hun voertuig over de kop sloegen bij Taji, ten noorden van de Iraakse hoofdstad.

Ten westen van Bagdad moest een Amerikaanse legerhelikopter een noodlanding maken nadat het toestel vrijdag door schoten van Iraakse rebellen was geraakt. Beide piloten bleven ongedeerd.

Voor een kantoor van een Koerdische politieke partij in de noordelijke stad Mosul sloegen zaterdag vier mortiergranaten in. Een passerende automobilist werd gedood. Bij een schotenwisseling raakten drie partijleden en een voorbijganger gewond.

In Kirkuk, eveneens in het noorden, arresteerden Amerikaanse militairen en Iraakse agenten een voormalige politieofficier die mogelijk banden met rebellen onderhield.

Zes leden van de Amerikaanse militaire politie worden verdacht van mishandeling van Iraakse gedetineerden in de Abu Ghreib-gevangenis in Bagdad. Een militaire commissie moet beslissen of zij voor de krijgsraad moeten komen. Vorige week werden drie reservisten uit het leger ontslagen omdat zij zich aan gevangen Irakezen hadden vergrepen.